TH1j_Afronding_H4

Ga a.u.b. op je eigen plek zitten
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ga a.u.b. op je eigen plek zitten

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Voorlezen
     'Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt?'                   10'
  • Kort opfrissen theorie H4                                                                 10'
  • Quiz (toepassen theorie op tekst)                                                  15' 
  • Afronding: terugblik op de les                                                         10'

Slide 2 - Slide

Herhalingsles H1,2 &3
H4 lesdoelen: theorie toepassen op en kritisch kijken naar de tekst

  • Ik kan een inleiding herkennen + weet wat er gebeurt in de inleiding
  • Ik kan een middenstuk herkennen + weet wat er gebeurt in het  
     middenstuk
  • Ik kan een slot herkennen + weet wat er gebeurt in het slot

Tekst Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt?

Slide 3 - Slide

Het is handig om kennis te hebben van de inleiding, het middenstuk en het slot, omdat ...

A
je het lezen van een tekst dan slim kan aanpakken, sneller klaar bent en meer tijd hebt voor leuke dingen
B
alle teksten hetzelfde patroon (= inleiding, midden, slot) hebben
C

Slide 4 - Quiz

timer
1:00
INLEIDING
MIDDEN
SLOT
dit is het grootste gedeelte van de tekst (meeste alinea's)
staat aan het eind van de tekst
vaak wordt het belangrijkste van de tekst hier kort herhaald
hier wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt om verder te lezen
vind je aan het begin van de tekst
≠ delen van het onderwerp worden hier besproken
deelonderwerpen

Slide 5 - Drag question

INLEIDING
MIDDEN
SLOT
dit is het grootste gedeelte van de tekst (meeste alinea's)
staat aan het eind van de tekst
vaak wordt het belangrijkste van de tekst hier kort herhaald
hier wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt om verder te lezen
vind je aan het begin van de tekst
≠ delen van het onderwerp worden hier besproken
deelonderwerpen

Slide 6 - Drag question

Wat is waar?
Deelonderwerpen van een tekst
(meerdere antwoorden zijn juist)
A
zijn ≠ delen/kanten van het onderwerp
B
zijn datgene waar de tekst over gaat
C
geven aan waar één alinea of meerdere alinea's over gaan
D
vind je in het middenstuk/kern van de tekst

Slide 7 - Quiz

INLEIDING
  • kennismaken met het onderwerp
  • vaak met voorbeeld, verhaaltje,   
     bijzondere situatie, ...
  • lezer nieuwsgierig maken
MIDDENSTUK/KERN
  • grootste deel tekst
     (alles tussen
     inleiding + slot
    )
  • meerdere alinea's
  • meeste info
  • deelonderwerpen
     + tussenkopjes
SLOT
  • laatste deel van de tekst
  • conclusie of korte samenvatting

Slide 8 - Slide

2. (Geniaal)
dwaalspoor
3. taart
4. wraak

Slide 9 - Slide

Waar gaat de tekst 'Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt?' over?
A
moorden
B
taart
C
wraak
D
rattengif

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De inleiding van deze tekst is alinea ...
timer
0:20

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Het middenstuk van deze tekst betaat uit alinea ... tot ...
timer
0:20

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Het slot van deze tekst betaat uit alinea ...
timer
0:20

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

1. Waar gaat deze alinea
    over?

2. Wat kan je over Johannes
    Jacobus Beek zeggen?

3. Waar staat de
    belangrijkste info van deze
    alinea?

Slide 20 - Slide

Waar gaat deze alinea over?
A
over het dwaalspoor dat meneer Beek heeft bedacht
B
over alles wat meneer Beek op 28 september 1910 in Hoorn deed

Slide 21 - Quiz

Wat kan je over meneer Beek zeggen op basis van deze alinea?
A
Meneer Beek wil zijn vriend Willem Markus feliciteren met een lekkere taart
B
Meneer Beek houdt van reizen
C
Meneer Beek had vroeger bakker willen worden
D
Meneer Beek heeft heel goed nagedacht over wat hij vandaag zou gaan doen

Slide 22 - Quiz

Waar staat in deze alinea de belangrijkste informatie?
A
in het begin
B
In het midden
C
aan het einde

Slide 23 - Quiz

1. Waar gaat deze alinea
    over?

2. Wat kan je over Johannes
    Jacobus Beek zeggen?

3. Waar staat de
    belangrijkste info van deze
    alinea?

Slide 24 - Slide

Wat gaat in deze alinea
niet helemaal volgens het  plan van meneer Beek?

Slide 25 - Slide

Waarom is meneer Beek boos en zint hij op wraak?

Slide 26 - Slide

Waarom haat meneer Beek
Willem Markus en zint hij op wraak?
A
Meneer Beek is jaloers op meneer Markus
B
Volgens meneer Beek heeft meneer Markus zijn leven kapot gemaakt
C
Meneer Markus heeft meneer Beek betrapt op stelen en hem hierop aangesproken
D
Meneer Markus heeft meneer Beek betrapt op stelen en geklikt bij de burgemeester

Slide 27 - Quiz

Wat was in eerste instantie onduidelijk in deze zaak?

Slide 28 - Slide

Wat was in eerste instantie onduidelijk in deze zaak?
A
of Johannes Jacobus Beek nu echt een moord had gepleegd
B
of Johannes Jacobus Beek een verdachte was
C
of er ook sprake is van moord als je doelwit (Willem Markus) overleeft
D
of er ook sprake is van moord als je per ongeluk de verkeerde vermoordt

Slide 29 - Quiz

Waarom kwam men op 9 maart 1911 en op 19 juni 1911 tot een heel andere uitspraak?

Slide 30 - Slide

Waarom kwam men op 9 maart 1911 en op 19 juni 1911 tot een heel andere uitspraak?
A
omdat de rechters oordeelden dat Beek had kunnen bedenken dat er ook andere slachtoffers konden vallen
B
omdat de rechters oordeelden dat Beek tijdens de verhoren had gelogen
C
omdat de rechters oordeelden dat Beek onnodig risico had genomen
D
omdat de rechters oordeelden dat Beek een gevaarlijke psychopaat was die sowieso opgesloten moest worden

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Ik heb wat aan deze herhalingsles gehad: de theorie van H1, H2 en H3 is mij nu (meer) duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Ik vond de tekst 'Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt?' best interessant.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Ik geef deze les het cijfer ..., omdat ...

Slide 35 - Open question

Einde les
Ruim rustig je spullen op, schuif je stoel aan en wacht op de bel.

Slide 36 - Slide