Oranje Academie formuleren

Oranje Academie: Taalvaardigheid

door
Esther van der Heijde en Patrick van 't Hof

Nodig: laptop en
(gekleurde) pen
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Oranje Academie: Taalvaardigheid

door
Esther van der Heijde en Patrick van 't Hof

Nodig: laptop en
(gekleurde) pen

Slide 1 - Slide

Inhoud van de cursus
23 januari: toelichting taalverzorging in het taalbeleidsplan / werkwoordspelling / hoofdletters

12 maart: verwijswoorden / didactiek antwoorden formuleren
9 april: de bezits-s / woorden aan elkaar of los / door participanten in te vullen (‘huiswerk’, neem een casus mee van een toetsvraag die steeds slecht beantwoord wordt)



Slide 2 - Slide

Inhoud van vandaag
1) voorbeeldtoetsje 
2) gesprek/discussie: hoe doen jullie het nu? Ideeën?
3) Zorgen voor hele zinnen bij leerlingen
4) De bijzin
5) Verwijswoorden

Slide 3 - Slide

De Willem Werkt Netjes
'We vragen van alle docenten of ze letten op spelling en formuleren. Bij andere vakken dan talen heeft het geen invloed op het cijfer, maar leerlingen krijgen zo wel mee dat het altijd van belang is om netjes te werken. Het gaat hierbij om:
-Schrijven met blauwe of zwarte pen
-Eigen naam met hoofdletters
-Regel overslaan tussen antwoorden
-Een nette bladspiegel: niet krassen, maar doorhalen; kantlijn gebruiken en op de regel schrijven.
-Hoofdletters aan het begin van een ZIN
-Goede formulering, zoals antwoorden in hele zinnen (dus niet een zin met ‘dat’ of ‘omdat’ beginnen)
-Vermijden van onduidelijke verwijzingen in het antwoord (dus niet: ‘Ze vinden het slecht’, maar ‘De politieagenten vinden de toename van het aantal inbraken slecht.’
-Correctie spelling (hoofdletters, werkwoordspelling, woorden correct overschrijven uit een toets, enz.)'

Slide 4 - Slide

Voorbeeldtoetsje
Het effect van De Willem Werkt Netjes

Slide 5 - Slide

Formuleren:
wat doe jij nu al of
wat lijkt je een goed idee?

Slide 6 - Mind map

Welke taalterugkoppeling      
zou je deze leerling geven?       
Toetsvraag: ‘Is de titel ‘Fit zonder sport’ goed gekozen?
- ‘Niet echt. Ze hebben het meer over de voordelen die je hebt als je wel sport. En ze zeggen juist dat het niet goed is.’
- ‘Ik vind de gekozen titel niet goed, omdat het niet overeenkomt met de informatie in de tekst.’
- 'Nee, want nergens staat iets over mentaal en ziektes terwijl dat toch iets meer als de halve tekst is.'

Slide 7 - Slide

TIPS voor in de les
- Bij hw of oefentoets bespreken: vraag om letterlijk het opgeschreven antwoord te citeren
- Vraag verduidelijking van verwijswoorden
- Kijk klassikaal naar veelgemaakte formuleerfouten in toetsen

TIPS voor tijdens de toets
- Sta leerlingen toe om op de toets te schrijven
- Stukje van de vraag laten herhalen
- gebruik het taalteken / geef taalinstructie op de toetsvraag

Slide 8 - Slide

Voorbeeldopdrachten
Noteer van onderstaande zinnen wat het argument is. Vermeld ook of het argument feitelijk of waarderend is.

Noteer onderstaande tekst in een blokjesschema en benoem welk blokjesschema je getekend hebt. Gebruik hele zinnen (geen hele zinnen = geen punten)

Slide 9 - Slide

Wat gaat hier fout? I
- Later zegt zij dat gierigheid en hebzucht nu niet echt meer nodig is.
- ...terwijl in religeuze kringen wordt gierigheid en hebzucht echter helemaal niet gewaardeerd.
- ...terwijl religieuze groepen het juist een van de hoofdzonden zijn
- Wat vind jij ervan dat sociale media ervoor zorgt dat kinderen een laag zelfbeeld krijgen?

Slide 10 - Slide

Congruentie

Slide 11 - Slide

Gisteren berichtte de NOS over een aanval die de Verenigde Staten voorbereidt op de rebellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

De verdedigende kwaliteiten van het voltallige Ajaxelftal laten nogal te wensen over.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

De verkeersovertreder werd een fikse boete opgelegd.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Taalkundige discussie
Een aantal mensen moet(en) nog komen.

Slide 15 - Slide

Wat gaat hier fout? II
- ...terwijl beurshandelaren vinden gierigheid juist goed
- ...dat nu hebben we die eigenschappen niet echt meer nodig.
- ...omdat het kan handig zijn om te overleven.

Slide 16 - Slide

De bijzin
In hoofdzin moeten ow en pv naast elkaar staan, in een bijzin hoeft dat niet. In een bijzin staat de pv vaak achteraan, het ow komt vaak gelijk na het voegwoord.
Na de voegwoorden 'maar', 'want', 'en' of 'dus' komt een hoofdzin. Vaak fouten bij bijzinnen die beginnen met omdat/doordat/dat
Ik ga met de bus, (want) het regent al de hele dag.
Ik pak de bus, omdat het de hele dag al regent.

Gevolg van verengelsing?

Slide 17 - Slide

Uit hoeveel zinnen bestaat
deze zin?
Toen we elkaar vorige week spraken, vroeg ik jou of jij ook wel eens naar De Kuip gaat, aangezien wij het al zo vaak gehad hebben over wat een leuk spelletje voetbal eigenlijk is, hoewel niet iedereen zich in die visie kan vinden, maar bij nader inzien is dit een zinloze vraag, omdat ik me net realiseer dat jij voor Ajax bent.

Slide 18 - Slide

Pauze

Slide 19 - Slide

Verwijswoorden
Zij/hun/hen
Dat of wat
het/hem/haar

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Alles ... ik weet, heb ik van mijn opa geleerd.
A
dat
B
wat

Slide 22 - Quiz

René kiest elke les een ander duo ... moet trakteren.
A
dat
B
wat

Slide 23 - Quiz

Dat of wat?
WAT Na dat(gene): Dat wat jij zegt, is niet aardig.
Na een overtreffende trap: Het leukste wat ik ooit heb gedaan...
Na (n)iets: Vloeken is iets wat ik bijna nooit doe.
Verwijzen naar een hele zin:
DAT als je verwijst naar een het-woord.

Slide 24 - Slide

Het mooiste ... ik ooit gelezen heb, is geschreven door mijn opa.
A
dat
B
wat

Slide 25 - Quiz

Voeg een woord toe waardoor het verwijswoord 'dat' gebruikt moet worden in plaats van 'wat'.
Het mooiste ... ik ooit gelezen heb, is geschreven door mijn opa.

Slide 26 - Open question

Wanneer dit/dat/deze/die?
dE-woorden --> diE / dezE
heT-woorden --> diT / daT

een boek = het boek; dat boek / het boek dat ik lees

Slide 27 - Slide

Het bedrijf ... frisdrank op de markt bracht, heeft miljoenen verdiend.
A
die
B
dat

Slide 28 - Quiz

Ik heb net een blikje leeggedronken. ... gooi ik nu even weg.
A
Die
B
Dat

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Woordgeslachten
De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk.
Mannelijk kan in de kast of op de post. 
Naar het-woorden (onzijdig) en steden verwijs je met
'het' of 'zijn'.

Slide 31 - Slide

Het bureau is kapot.
De conciërge gaat ... maken.
A
het
B
hem

Slide 32 - Quiz

Mijn beker is vies. Ik zet .... in de vaatwasser.
A
het
B
hem
C
die

Slide 33 - Quiz

Het shirt heeft ... beste tijd gehad. Morgen gooi ik ... weg.
A
zijn
B
haar
C
hun

Slide 34 - Quiz

Het shirt heeft zijn beste tijd gehad. Morgen gooi ik ... weg.
A
het
B
hem
C
die
D
haar

Slide 35 - Quiz

Een christelijke school moet ... leerlingen ook voorbereiden op een maatschappij waarin ook mensen zitten die anders zijn.
A
zijn
B
haar
C
hun

Slide 36 - Quiz

De vriendin ... ik ga shoppen, heeft helaas afgezegd.
A
met wie
B
met wat
C
waarmee

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Zij / hun / hen
Onderwerp = ALTIJD zij
Na voorzetsel = ALTIJD hen
Meew vw (zonder 'aan/voor') = ALTIJD hun
Ik geef hun een boek; ik geef een boek aan hen.

Slide 39 - Slide

Met veel plezier geven wij aan ... een taalcursus.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 40 - Quiz

Heb jij ... verteld dat ... volgende week een toets hebben?
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 41 - Quiz

Heb jij hun verteld dat ... volgende week een toets hebben?
A
zij/ze
B
hun
C
hen

Slide 42 - Quiz


A
hen
B
hun

Slide 43 - Quiz


A
Hen
B
Hun

Slide 44 - Quiz

Zul je voortaan de juiste woorden kiezen, ze in de goede volgorde zetten in de zin en weet je hoe je dit aanpakt in de les?
Nee, ik snap het nog niet - Nee; ik pak jullie samenvatting er graag nog eens bij - JA, altijd!
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Noem iets wat je vandaag geleerd of opgefrist hebt.

Slide 46 - Open question

Bedankt voor jullie deelname :)

Slide 47 - Slide