Wielen en banden week 1

Wielen en banden week 1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mobiliteit techniek ( personenwagens)MBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wielen en banden week 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van Banden en Wielen?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Opbouw van een band.

Slide 4 - Slide

Gordel
De gordel ligt onder het loopvlak van de band (afb. 2.9). De gordel
bestaat uit draden van staal of textiel. De gordel geeft de stugheid
aan het loopvlak. Tussen de gordel en het loopvlak is vaak nog een
afdeklaag aangebracht.
Hiel
Een band wordt gemonteerd op een velg. De hielen van een band liggen tegen de velgrand. De hiel moet luchtdicht afsluiten op de velg.
Hielkern
De hielkern geeft de sterkte aan de hiel. De hielkernen moeten voorkomen dat de hielen rekken als de band wordt opgepompt. De hielen
zouden zonder deze kern over de velgranden kunnen springen. De hielkernen zijn gemaakt van staaldraad.
Wangen
De wangen zijn de zijwanden van een band. De soepelheid van de
wangen is, samen met het karkas, bepalend voor de soepelheid van
de gehele band.
Loopvlak
Het loopvlak zorgt voor het contact met de weg. Het loopvlak is van
een profiel voorzien. Het profiel is van belang voor een goed contact
met het wegdek. Het zorgt voor het afvoeren van water en vuil. Vooral
bij een nat en/of vuil wegdek zijn de vorm en de diepte van het profiel
belangrijk.
Schouder
De schouders zijn de overgangen van het loopvlak naar de wangen.
Tubeless laag
Deze laag aan de binnenkant van de band zorgt voor een luchtdichte
afsluiting
Soorten banden.
Banden zijn er in allerlei soorten en maten.
We kennen:
Zomerbanden.
Winterbanden.
All-season banden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zomerbanden.

Slide 6 - Slide

Banden voor het zomerseizoen zijn vaak gemakkelijk te herkennen aan het profiel.
Een zomerband heeft een aantal brede hoofdgroeven met zijgroeven.
Winterbanden.

Slide 7 - Slide

Het sneeuwvloksymbool
(3PMSF, Three Peak Mountain Snow Flake)

De samenstelling op compound van het rubber is van invloed op de eigenschappen van een band.
Het rubber van een winterband is verijkt met silica, waardoor het bij lage tempraturen flexibeler blijft.
Het profiel heeft veel groeven om sneeuw en nattigheid af te voeren.
Verschil Zomer en Winterband.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

All-season banden.

Slide 9 - Slide

All season banden zijn een combinatie van zomer en winterband.
All seaseon banden zijn vaak voorzien van het m=s symbool deze staat niet gelijk aan het sneeuwvlok symbool 
Tegenwoordig zie je op all season banden beide tekens 
Verschil in remweg.

Slide 10 - Slide

Op een besneeuwd weg dek is het verschil in remweg tussen de zomer en winterband het grootst.
Een zomer band heeft al snel 2 keer de afstand nodig in de winter.
In de zomer heeft de winterband meer nodig.
Naast de remweg neemt ook de rolweerstand van de winterband toe in de zomer. waardoor ook het brandstofverbruik omhoog gaat.

Bandenaanduidingen.

Slide 11 - Slide

Leg uit wat de aanduidingen betekenen
Vergeet niet de 4 cijfers achter de DOT code ( productie datum) en de rijrichting die staan op de afbeelding er niet bij 
Bandenmaten.
Bijvoorbeeld: 205/65R15H
• 205: de breedte van de band is 205 mm
• 15: (velgdiameter) is 15 inch (1 inch is 25,4 mm)
• R: het is een radiaalband
• 65: de hoogte van de band bedraagt 65% van de breedte
(h =65% van 205 mm = 133,25 mm; 0,65 × 205 = 133,25)

Slide 12 - Slide

Hoogte/breedte verhouding
De aanduiding ‘65’ heeft betrekking op de hoogte van de band. In dit
geval geldt dat de hoogte 65% van de breedte bedraagt.
Het getal geeft dus de hoogte/breedte verhouding (h/b) weer.


Hoogte bepalen van het wiel.
Bijvoorbeeld: 195/60R15T

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Profieldiepte meten.

Slide 14 - Slide

Slijtageindicator TWI Tread Wear  Indicator 

Geef uitleg over het meten en de minimale eisen.

Onbalans in het wiel.

Slide 15 - Slide

1: Statische onbalans
Door onbalans kan een wiel gaan ‘springen’ op het wegdek Dit wordt statische onbalans genoemd.
Gevolgen van statische onbalans 
voor wielophanging en stuurinrichting
Door statische onbalans zal een wiel in verticale richting gaan dansen.
Hierdoor vermindert het band-wegcontact, met als gevolg extra loopvlakslijtage.
Door een slecht band-wegcontact nemen ook de rijeigenschappen van
de auto af. Als tijdens het remmen of het nemen van een bocht het
contact met het wegdek verloren gaat, kan dit ernstige gevolgen hebben.
Ook worden fuseekogels en wiellagers extra belast door de verticale
wielbewegingen.
Schokdempers slijten extra snel. Dit komt door de vele trillingen die
elkaar snel opvolgen.

2: Dynamische onbalans
Ook kan het wiel gaan slingeren door onbalans.
Dit heet dynamische onbalans. Deze wielbeweging wordt in
de praktijk shimmyen genoemd.

Gevolgen van dynamische onbalans 
voor wielophanging en stuurinrichting
Dynamische onbalans veroorzaakt hoofdzakelijk shimmyen. Deze
beweging wordt op het stuurwiel overgebracht, wat vooral voor de
bestuurder lastig is.
Door dynamische onbalans worden stuurkogels en stuurhuis extra
belast. Ook wiellagers worden door de horizontale trillingen extra
zwaar belast.

Krachten veroorzaakt door onbalans.
Hoeveel kracht de onbalans uitoefent, kun je berekenen met de volgende formule:


Slide 16 - Slide

Berekeningen en voorbeelden staan in hun boek.
Tijdens zelfstudie laten lezen en berekenen


Balanceermachine.

Slide 17 - Slide


Voorbeeld van balanceermachine, uiterlijk kan erg verschillen.

manieren van opspannen van de velg 
A Centreren op de buitenzijde,
buitenzijde is onbewerkt dus minder nauwkeurig
B Centreren op binnenzijde,
Binnenzijde is nauwkeurig gemaakt om goed aan te sluiten op de naaf. deze manier is dus nauwkeuriger.
C Zowel binnenzijde als boutgaten,
Zowel binnenzijde als boutgaten worden gebruikt om te centreren dit geeft een erg nauwkeurige centrering