H28

H28: Inkoopprijs verkopen, materialen en grondstoffen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

H28: Inkoopprijs verkopen, materialen en grondstoffen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
1) je kunt met het LIFO, FIFO en VVP de inkoopprijs verkopen berekenen
2) je kunt de balanswaarde van de voorraad bereken o.b.v de drie manieren 
3) je kunt de kosten van afval berekenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?
Omzet
- Inkoopwaarde omzet
= Brutowinst

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kosten
Kosten zijn de totale waarde van alles wat een onderneming in een bepaalde afgelopen periode heeft opgeofferd voor de productie en verkoop van een bepaalde hoeveelheid goederen.
   


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Inkopen vs inkoopwaarde vd omzet
Inkopen van voorraden zijn geen kosten: de onderneming 'offert 'niets op, maar ruilt eigenlijk ‘geld voor goederen’.
Inkopen van voorraden is dus een vorm van investeren.

Inkoopwaarde van de omzet  (inkoopprijs verkopen) zijn kosten: bij de verkoop van producten aan een klant raakt de onderneming een deel van de voorraad kwijt, maar krijgt er omzet voor terug.




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een kosten?
A
Inkopen
B
Inkoopwaarde van de omzet
C
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vraag
Stel je hebt 1000 ballen ingekocht voor €4,90
Twee weken later koop je opnieuw 1000 stuks in. De inkoopprijs 
is echter gestegen naar €5,93
A.h. eind van de maand heb je 1500 voetballen verkocht voor €10,-
Wat is de inkoopwaarde van de omzet?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stel je hebt 1000 ballen ingekocht voor €4,90
Twee weken later koop je opnieuw 1000 stuks in. De inkoopprijs
is echter gestegen naar €5,93
A.h. eind van de maand heb je 1500 voetballen verkocht voor €10,-
Wat is de inkoopwaarde van de omzet?
timer
2:00

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Hoeveel is de inkoopwaarde omzet
september volgens FIFO?

Slide 11 - Open question

eerst 50 stuks verkopen die voor 4.5 lagen dan 70 stuks voor 5 eur = 120 vervolgens 30 stuks voor 5 eur en 40 voor 5.5

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Voor hoeveel staat de voorraad op de
balans op 11 september?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Hoeveel is de inkoopwaarde omzet
september volgens LIFO?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Voorraad op 31 aug 50 stuks à €4,50 per stuk

Voor hoeveel staat de voorraad op de
balans op 11 september?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

maken opgave 28.1 tot en met 28.7 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Even herhalen...

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Van onderneming THFC is het volgende bekend:
Beginvoorraad 400 stuks a € 4,40
3 sep: inkoop 800 stuks a € 4,45
7 sep: verkoop 600 stuks a € 5,95
14 sep: inkoop 300 stuks a € 4,55
23 sep: verkoop 500 stuks a € 5,90
THFC gebruikt de fifo methode. Bereken de brutowinst op de verkoop van 23 sep.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Bij het lifo-systeem worden de verkochte goederen afgeboekt tegen de:
A
Laatst ingekochte partij
B
Langst aanwezige partij
C
Duurst ingekochte partij
D
Goedkoopst ingekochte partij

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Stel: mijn verkoopprijs blijft hetzelfde, de inkoopprijs is door de tijd heen gestegen. Dan is mijn winst hoger als ik ... gebruik
A
FIFO
B
LIFO

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De VVP wordt geschat op 5 euro.

Hoeveel is de inkoopwaarde omzet
september volgens VVP?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Historische uitgaafprijs
De waarde van de voorraad moeten we altijd berekenen volgens de historische uitgaafprijs. Als er een verschil blijkt te zijn met de berekende kosten a.d.h.v. vvp zullen we dit achteraf moeten corrigeren, zodat deze weer gelijk is aan de historische uitgaafprijs.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Bekijk voorbeeld 28.7 op blz 67/68 goed en ga dan 
maken opgave 28.8 t/m 28.10 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

H28.4

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Afval 
Onvermijdbaar verlies van grondstoffen of materialen bij de productie
  • Brutoverbruik = de hoeveelheid grondstoffen waarmee we beginnen
  • Nettoverbruik = de hoeveelheid grondstoffen die in het eindproduct terecht komt

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Inkoopprijs verkopen: vooral bij handelsonderneming
Kosten grondstoffen, hulpstoffen en materialen:
alleen bij omvormingsprocessen.
  • Grondstoffen zie je terug in het eindproduct  
  • Hulpstoffen: bijvoorbeeld smeerolie voor de productie
  • Materialen: ook bij handelsbedrijf, bijvoorbeeld de verpakking

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Afval met en zonder waarde
Afval mét waarde: 
de grondstof kan worden herbruikt of verkocht worden.

De opbrengst van het afval verlaagt de kosten van afval per product (zie voorbeeld 28.10 theorieboek 2)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag:

- Maken + nakijken:
 28.8, 28.9 (evt 28.10) en 28.12

Slide 31 - Slide

This item has no instructions