Les 4 Voorraadwaardering FIFO LIFO +++

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Hallo

In mijn vakantie heb ik:

1. aan school gewerkt en verder rustig aan gedaan
2. uitgeslapen en gechillt
3. wintersport
4. anders

Al vele eeuwen geleden is het skiën uitgevonden, de sporen en artefacten zijn door heel Europa gevonden, maar skiën als sport heeft zijn wel een eigen en aanwijsbare plaats van origine. Welke?

1. Tirol, Oostenrijk
2. Sankt-Moritz, Zwitserland
3. Telemark, Noorwegen
4. Albertville, Frankrijk

Uitleg:

Het skiën ontstond vooral in de Alpenlanden en in de Scandinavische landen. Hierdoor is er dus ook een verschil ontstaan tussen het alpineskiën en noords-skiën. De ski ontwikkeling rond 1860 in de Noorse regio Telemark wordt echter gezien als bakermat van het skiën als tak van sport.

De toeristische wintersport ontstond vooral in de Alpen om rijke buitenlanders te vermaken. Sankt Moritz in Zwitserland wordt alom gezien als de bakermat van het wintertoerisme eind 19e eeuw.

Een hotelier wist een aantal Engelse zomergasten te overtuigen ook in de winter te komen. Het wintersport toerisme is al jaren van groot belang voor de toeristische sector in de Alpenlanden en is al lang niet meer alleen voor de rijke burgers.

Hoeveel sommen thuis heb je al gemaakt voor de volgende toets?

1. 10+
2. 10-5
3. 4-1
4. Ik ga vandaag beginnen :)

Hoeveel uur per week wil je deze weken thuis aan bedrijfseconomie gaan besteden?

1. minder dan 1 uur
2. 1 tot 2 uur
3. 2 tot 5 uur
4. meer dan 5 uur

Technische voorraad

Economische voorraad

Administratieve voorraad

De voorraad zoals die in het voorraadsysteem geregistreerd staat.

De technische voorraad - de voorraad die al verkocht is (voorverkopen) + de voorraad die al is ingekocht (voorinkopen)

Dit is de werkelijke voorraad die op dit moment in het magazijn ligt.

Inventaris

Lening moeder

Bank

Kas

R-C krediet

Eigen vermogen

Voorraad kleding

Bij stijgende inkoopprijzen is de brutowinst : .........
waarom?

1. bij gebruikmaking van Fifo hoger
2. bij gebruikmaking van Lifo hoger

Als de inkoopprijzen in de loop van de periode stijgen dan is de vooraadwaardering aan het eind van de periode bij gebuik van Fifo :.....

1. hoger dan bij Lifo
2. lager dan bij Lifo
3. het zelfde als bij Lifo

dalende inkoopprijs en fifo

dalende inkoopprijs en lifo

brutowinst (te) laag

waarde voorraad (te) hoog

Rekenmachine!!

Van onderneming THFC is het volgende bekend:
Beginvoorraad 400 stuks a € 4,40
3 sep: inkoop 800 stuks a € 4,45
7 sep: verkoop 600 stuks a € 5,95
14 sep: inkoop 300 stuks a € 4,55
23 sep: verkoop 500 stuks a € 5,90
THFC gebruikt de fifo methode. Bereken de brutowinst op de verkoop van 23 sep.

Omzet 500 x 5,90 = 2950

- Inkoopwaarde 500 x 4,45 = 2225

= €725,-

FIFO (first in first out): bij verkoop boeken we de goederen af tegen de prijs van de langst aanwezige partij.

LIFO (Last in first out): administratief gaan we ervan uit dat de goederen die het laatst binnen gekomen zijn, er bij verkoop als eerste uitgaan.

In werkelijkheid zullen bij verkoop, de goederen die het langst in het magazijn liggen als eerste het bedrijf verlaten.

Inkoopprijs verkopen: vooral bij handelsonderneming

Kosten grondstoffen, hulpstoffen en materialen:

alleen bij omvormingsprocessen.

• Grondstoffen zie je terug in het eindproduct  
  
• Hulpstoffen: bijvoorbeeld smeerolie voor de productie
  
• Materialen: ook bij handelsbedrijf, bijvoorbeeld de verpakking
  

1. Wat is de inkoopwaarde
van de omzet op 9 oktober? LIFO

1. € 45.400
2. € 53.400
3. € 53.600
4. € 70.000

Pak opgave 28.6 erbij en geef je antwoord + berekening.

8 sept: 7.000 kg á € 8          = € 56.000

22 nov. 10.000 kg á'€ 8,10    = € 81.000

totaal                                           € 137.000

Wat gebruiken dienstenondernemingen voor hun voorraadsysteem?

1. Fifo
2. Lifo
3. VVP
4. Geen voorraadsysteem

Een onderneming heeft een 1.000 voorraad met de volgende waarde:
- LIFO: €5,50 per stuk
- FIFO: €5,40 per stuk
- Marktwaarde: €5,60 per stuk
De onderneming past de minimumwaarderingsregel toe. Wat is de waarde van de voorraad op de balans

1. 5.400
2. 5.500
3. 5.600

2.2.3 de vaste verrekenprijs

• fifo en lifo bij wisselende prijzen en veel transacties ( veel administratie) niet ideaal
• bij wisselende prijzen en fifo/lifo: brutowinst niet reeel
• bij wisselende prijzen en fifo/lifo: waarde voorraad niet reeel
• vvp: schatting van gemiddelde inkoopprijs
• alle goederen op balans tegen vvp
• prijsverschil bij inkoop kan ontstaan

beantwoord opgave 28-8 vraag a,b,c

opgave 28-2

a. 2800 x (€ 11,50- € 7) = € 12.600

b. 2200 x € 7 = € 15.400,-   (VVP)

c. 2200 x € 5,90 = € 12.980

beantwoord vraag 28-8: d en e

opgave 28-8

d.  2800 x ( € 11,50 - 5,90) = € 15.680,-

e. Verschil in winst tussen a (€ 12.600) en d (€ 15.680)

     winst op basis van VVP                        € 12.600

     correctie 2800 x ( € 7 - € 5,90 )         €   3.080

                                                                               € 15.680

Maak opdracht 28.9  en 28.10   en E 28.3

Huiswerk voor maandag

Linkerzijde balans

Rechterzijde balans

Passiva

Activa

Bezittingen

Schulden

Inventaris

Lening bank

Kasgeld

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Stel: mijn verkoopprijs blijft hetzelfde, de inkoopprijs is door de tijd heen gestegen. Dan is mijn winst hoger als ik ... gebruik

1. FIFO
2. LIFO

Welke stelling(en) is/zijn juist?
I Een vaste verrekenprijs (VVP) wordt per jaar vastgesteld.
II De VVP is hetzelfde als de inkoopprijs.

1. I is juist, II is juist
2. I is juist, II is onjuist
3. I is onjuist, II is juist
4. I is onjuist, II is onjuist

1. Voor welk bedrag zet Pierre de partij papier op de balans?

1. € 1.200
2. € 1.452
3. € 1.100
4. € 1.331

2. Wat is het prijsverschil?

1. € 146,41 voordelig
2. € 100 nadelig
3. € 100 voordelig
4. € 146,41 nadelig

Pierre verkoopt de 100.00 vel papier voor € 3.630 incl. 21% btw
3. Wat is de brutowinst van deze verkoop?

1. € 1.900
2. € 2430
3. € 1.800
4. € 2530