Veranderende Ecosystemen

Bsst 4 veranderende ecosystemen

Je leert hoe van een eenvoudig ecosysteem een complex ecosysteem tot stand komt.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bsst 4 veranderende ecosystemen

Je leert hoe van een eenvoudig ecosysteem een complex ecosysteem tot stand komt.

Slide 1 - Slide

Kale gebieden
Lege gebieden
Hoe ga je van hier naar een tropisch regenwoud?

Slide 2 - Slide

Pionierstadium --> climaxstadium

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe heet het waddeneiland?
A
Texes
B
Schiermonnikoog
C
Amberland
D
Terneuzen

Slide 5 - Quiz

Schiermonnikoog verkeert in
A
successie
B
toppredatie
C
climaxstadium
D
subclimax stadium

Slide 6 - Quiz

in welk ecosysteem hebben abiotische factoren de meeste invloed?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Link

Hier zal spoedig optreden.....
A
primaire successie
B
secundaire successie
C
tertiaire successie

Slide 9 - Quiz

Pioniersstadium

  • weinig soorten
  • weinig interspecifieke relaties
  • kleine biomassa
  • grote invloed abiotische factoren
  • geen humus (bij primaire successie)
Climaxstadium

  • veel soorten
  • veel interspecifieke relaties
  • grote biomassa
  • kleine invloed abiotische factoren
  • veel humus

Slide 10 - Slide

De zon heeft het meeste invloed op..
A
een climaxstadium
B
een pioniersstadium

Slide 11 - Quiz

de meeste successie zal plaatsvinden...
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

In welk stadium heb je de meeste interspecifieke concurrentie?
A
subclimaxstadium
B
climaxstadium
C
pioniersstadium

Slide 13 - Quiz

Hier heb je veel humus:
A
pioniersstadium
B
climaxstadium

Slide 14 - Quiz

Welke is een climaxstadium?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Ik weet hoe van een eenvoudig ecosysteem een complex ecosysteem tot stand komt.
A
eens
B
oneens

Slide 16 - Quiz

En nu..


  • Je kunt vragen stellen.


  • Maken: rest van Bsst 7.4 (havo)
  • Maken rest van Bsst 5.5 (vwo)

Slide 17 - Slide