tegenargument en weerlegging

tegenargument en weerlegging
blz. 114
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

tegenargument en weerlegging
blz. 114

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat klopt er over een weerlegging?
A
Je zwakt het standpunt van de tegenstander af.
B
Je zwakt het standpunt van de schrijver af.
C
Je zwakt een argument af.
D
Je zwakt een tegenargument af.

Slide 7 - Quiz

Een weerlegging gaat in tegen ...
A
het tegenargument
B
het standpunt

Slide 8 - Quiz

Een weerlegging is ook een Standpunt
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Een weerlegging is als
A
je de argumenten voor versterkt
B
je het genoemde tegenargument ontkracht
C
als je een tegenargument geeft
D
je je standpunt duidelijk maakt

Slide 10 - Quiz

Een weerlegging ontkracht....
A
het standpunt
B
het argument
C
de volledige argumentatie
D
het tegenargument

Slide 11 - Quiz

Herken de weerlegging
A
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
B
Je hoeft niet altijd iets te kopen om Valentijn te vieren...
C
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.
D
Daar doen wij niet aan mee.

Slide 12 - Quiz

Ontkrachting is een ander woord voor weerlegging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is een weerlegging?
A
een herhaling van je standpunt
B
een tegenargument
C
een ontkrachting van een (tegen)argument
D
een nieuw argument

Slide 14 - Quiz

Huiswerk voor 
dinsdag 27 februari
lezen theorie bladzijde 114/115
maken opdracht 5 bladzijde 85/86
maken opdracht 1 en 2 bladzijde 115/116

Slide 15 - Slide