De wondere wereld van de hersenen

De wondere wereld van de hersenen

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je de anatomie van de hersenen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les moeten weten. Geef ze ook een reden waarom het belangrijk is om deze kennis te hebben.

Wat weet jij al over de anatomie van de hersenen?

Anatomie van de hersenen

De hersenen bestaan uit verschillende delen, zoals de hersenstam, het cerebellum en de cerebrale cortex.

Leg de verschillende delen van de hersenen uit en wat hun functies zijn.

Hersenstam

De hersenstam is het oudste deel van onze hersenen en regelt de vitale functies, zoals ademhaling en hartslag.

Vertel de leerlingen over de functies van de hersenstam en wat er gebeurt als dit deel beschadigd raakt.

Cerebellum

Het cerebellum, ook wel de kleine hersenen genoemd, is verantwoordelijk voor de coördinatie en balans.

Leg uit waar het cerebellum zich bevindt en wat er gebeurt als dit deel beschadigd raakt.

Cerebrale cortex

De cerebrale cortex is het buitenste laagje van de hersenen en verantwoordelijk voor hogere functies, zoals denken, taal en geheugen.

Vertel de leerlingen over de verschillende gebieden in de cerebrale cortex en welke functies deze gebieden hebben.

Hersenkwabben

De cerebrale cortex is verdeeld in vier hersenkwabben: de frontale kwab, de parietale kwab, de occipitale kwab en de temporele kwab.

Leg de verschillende hersenkwabben uit en welke functies deze hebben.

Hersenen en emoties

De amygdala en de prefrontale cortex spelen een belangrijke rol bij het ervaren en reguleren van emoties.

Vertel de leerlingen over de rol van de amygdala en prefrontale cortex bij emoties en welke stoornissen kunnen ontstaan als deze niet goed werken.

Samenvatting

De hersenen bestaan uit verschillende delen met elk hun eigen functie. Het begrijpen van de anatomie van de hersenen kan ons helpen om stoornissen beter te begrijpen.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.