Centrale zenuwstelsel

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Centrale zenuwstelsel 

Algemene werking

• Samenwerking van lichaamsfuncties 
• Bewustzijn 

Bestaat uit de hersenen het het centrale zenuwstelsel. 

De hersenen

- Grote hersenen

- Tussenhersenen

- Hersenstam

- Kleine hersenen

Grote hersenen

Twee hemisferen met daar tussen de Fissura Longitudinalis. 

De hersenen bestaan uit grijze en witte stof. 

Grijze stof: aan de buiten zijde Cortex (cellichamen van zenuwcellen).

Witte stof: binnen zijde vorm van banen (lange uitlopers (de axonen) van deze zenuwcellen).

Hoeveel hersenkwabben zitten er in de hersenen?

1. 4
2. 6
3. 8
4. 2

Hersenkwabben

Lobus Frontialis = Frontaal kwab 

Lobus Parietalis = Pariëtaal kwab 

Lobus Temporalis = Temporaal kwab

Lobus occipitalis = Occipitaal kwab 

Tussen hersenen

Pijnappelklier = Epifyse: afgifte van Melatonine aan het bloed 

Thalamus = filtering van de sensorische informatie, verfijning van motoriek en regulatie van emoties. 

Hypothalamus = regulatie op de werking van de hypofyse (hormonen), regulatie lichaamstempratuur, regulatie van zout- en glucosegehalte en regulatie van emoties

Hersenstam 

Truncus Cerebri

Verbindingsweg en schakelstation tussen de hersenen en de rest van het lichaam. 

Bestaat uit: 

- Middenhersenen

- Pons

- Verlengde merg 

- Reticulaire formatie 

Midden hersenen

In de witte stof bevinden zich: toevoerende en afvoerende banen voor impulsen. 

In de grijze stof zitten cellichamen en hersenzenuwen. 

Pons

= Brug van Varol is het dikke deel in het midden van de hersenstam.

Verbind de twee hersenhelften van de kleine hersenen.  

Grote hoeveelheid grijze stof: schakelt impulsen uit de grote hersenen naar de kleine hersenen. 

Verlengde merg 

= medulla oblongata

- Temperatuurregulatiecentrum (zit ook in de hypothalamus). voert dit uit door: 

• verwijding of vernauwing van de bloedvaten in de huid;
  
• verhoging of verlaging van de activiteit van de zweetklieren;
• spiersamentrekkingen in de huid: ‘kippenvel’.

- Braakcentrum 

Reticulaire formatie 

Reguleert het functieniveau van het CZS ook wel het bewustzijnsniveau

• wakker
• sluimeren
• slapen 
• wakker worden.

 

 

Kleine hersenen

Cerebellum 

- Coördinatie van beweging, balans en evenwicht

- Geheugen voor reflexen en regulatie hiervan. 

- Oogmotoriek

- Cognitieve, taalkundige en emotionele processen. 

- Kwaliteitscontrole op eigen denken. 

- Gedragregulatie 

- Proces van kennis verwerven door waarnemingen

Wat is een hemisfeer?

Wat bevind zich in de witte stof?

De frontaalkwab ligt aan de achterzijde van de schedel

1. Juist
2. Onjuist

Het spraakcentrum ligt in de Temporale kwab

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn functies van de Hypothalamus

1. Tempratuurregulatie
2. Regulatie op emoties
3. Afgifte van melatonine aan het bloed
4. Bewustzijnregulatie

Wat is de Latijnse benaming voor de kleine hersenen

1. Epifyse
2. Cerebrum
3. Truncus Cerebri
4. Cerebellum

Functies zenuwstelsel.

• regulatie van activiteiten van weefsels en organen;
  
• coördinatie van activiteiten van weefsels en organen;
  
• regulatie en coördinatie van de vegetatieve functies;
  
• coördinatie van contacten met de buitenwereld;
  
• coördinatie van de psychische functies.

Centrale zenuwstelsel 

CZS = Binnen het omhulsel van de schedel en de wervelkolom 

-  Grote hersenen

- Tussenhersenen

- Hersenstam 

- Kleine hersenen

- Ruggenmerg 

Perifere zenuwstelsel 

PZS = Buiten de schedel en 

de wervelkolom

- Hersenzenuwen

- Ruggenmergzenuwen

- Grensstreng

- zenuwen van vegetatieve 

zenuwstelsel 

Algemene werking

Sensorische input 

Verwerking 

Motorische output 

Sensorische input

Motorische output

Sympathisch en Parasympatisch systeem 

Sympathische systeem: (gaspedaal)

Fight or Flight 

Parasympatisch systeem:  (rem)

Activeert inwendige organen wanneer je uiterlijk passief bent. 

bv. spijsverteringskanaal na het eten. 

Rest and digest 

Fysiologische indeling 

Afferent 

Efferent

het toevoeren van informatie naar het CZS

Het afvoeren van informatie vanuit het CZS

Zenuwweefsel

Twee soorten cellen: 

- Zenuwcellen (ontvangen en doorsturen van impulsen)

- Steuncellen (ondersteuning, bescherming en onderhoud) 

Zenuwcel

Functionele eenheid
Uiterlijk afhankelijk van de taak

 De banen die van de hersenen in de richting van het ruggenmerg ‘afdalen’, zijn afdalende banen (efferente banen). In tegengestelde richting lopen de stijgende banen (afferente banen).

Axonen

Vervoeren impulsen

één per zenuwcel

Beschermt door mylineschede maar met onderbrekingen (insnoeringen van Ranvier)

Dendrieten

Ontvangen impulsen uit andere zenuwcellen en vervoeren deze verder. 

Werking van de zenuwcel 

Impulsopwekking 

impulsgeleiding

impulsoverdracht 

via neurotransmitters