21 juni H1A - reading

WELCOME
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELCOME

Slide 1 - Slide

Today's lesson

  • SO gemist? -> zie mail! Deze week inhalen!!
  • Reading test - learnbeat



Slide 2 - Slide

Reading test

Go to Learnbeat -> CITO leesvaardigheid

Done? Play a game or do homework, but stay quiet!

Slide 3 - Slide




               
              Read your book for 10 min 

Slide 4 - Slide

Check homework
U5L5

Slide 5 - Slide

Planning

  • Thursday: SO (2x)
  • Next week Tuesday: reading (3x) (online)

Slide 6 - Slide

SO grammar
On Thursday: oefen SO
Week after (Tuesday or Thursday?): SO (2x)

  • Present Simple & Continuous p. 132
  • Past Simple p. 214+ 215 + 254 (alleen onderste box over 'to be')
  • Word order p. 211
  • Some & any p. 258

Slide 7 - Slide

Present simple
SHIT regel (ww+s)
Bij vragen en ontkenningen: do/does en don't/doesn't

Wanneer gebruiken: bij regelmaat

Let op woorden als: always, never, often, sometimes, every day

Slide 8 - Slide

Present continuous
am/are/is + ww+ ing
We are talking

Wanneer gebruiken: iets is nu bezig

Let op woorden als: right now, at the moment, look!, listen! etc

Slide 9 - Slide

Past simple
WW+ ed
bij vragen/ontkenningen: did en didn't

wanneer gebruiken: verleden

let op woorden als: last night, yesterday, last year, in 2019, etc

Slide 10 - Slide

Word order
eerst plaats, dan tijd! (denk aan alfabet, eerst p dan t)

We play football in the park every evening

Slide 11 - Slide

Reading

Slide 12 - Slide

U6L5
Do exercise 7, 8 on p. 245/246

We'll discuss the answers in 5-10 min

Slide 13 - Slide

Unit 5 Lesson 5

Do ex. 11 on p. 204
Do ex. 1, 3, 4 on p. 206

We'll discuss the answers after 10-15 min





Slide 14 - Slide

Mondelingen beoordelingen
Grammar: woordvolgorde, werkwoorden goed vervoegd, juiste tijd, enz
Vocab: grote/kleine woordenschat, moeilijke woorden, schrijftaal/spreektaal
Speech: hoe vloeiend spreek je, ben je makkelijk te verstaan, los je 'probleempjes' soepel op, uitspraak
Discourse: wat draag je bij aan het gesprek, vraag je dingen, enz

Slide 15 - Slide

Tomorrow: study vocabulary Unit 4 lesson 2

Slide 16 - Slide

Listening exercise 7 on p. 103/104

Slide 17 - Slide

End of the lesson

Slide 18 - Slide