Financieel BOL N3 herhaling balans en winst en verlies rekening
Financieel BOL N3
Balans en winst en verliesrekening
Les 1 - Introductie / inventariseren / balans
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Financieel BOL N3
Balans en winst en verliesrekening
Les 1 - Introductie / inventariseren / balans
Slide 1 - Slide
Waarom moet een balans altijd in evenwicht zijn?
Slide 2 - Open question
Stelling 1: Activazijde op de balans is hetzelfde als creditzijde op de balans Stelling 2: Passivazijde op de balans is hetzelfde als debetzijde op de balans
A
Beide stellingen zijn juist
B
Alleen stelling 1 is juist
C
Alleen stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 3 - Quiz
Maak een balans m.b.v. onderstaande gegevens
Gebruik ook de goede groepen aan de debet- en creditzijde
Rekening courant is € -/-2000
Familielening is € 10.000
Inventaris is € 27.500
Debiteuren is € 1.400,-
Auto is € 12.750
Hypotheek is € 270.000,-
Verzekeringen zijn € 2.400
Omzet is € 165.000,-
Crediteuren is € 3,250,-
Privé opname is € 300,-
Bank is € 9.354, 2
Kas is € 2.014, 35
Pand € 420.000,-
Slide 4 - Slide
Debet Credit
Vaste activa
Lang vreemd vermogen
Pand € 420.000
Hypotheek € 270.000
Auto € 12.750
Familielening € 10.000
Inventaris € 27.500
Eigen vermogen
Vlottende activa
€ 187.768,55
Kas € 2.014,35
Kort vreemd vermogen
Debiteuren € 1.400
Crediteuren € 3.250
Bank € 9.354,20
Rekening courant € 2.000
€ 473.018,55
€ 473.018,55
Slide 5 - Slide
Gereedschappen
Lening looptijd 3 jr
Bestelbus
Klant die op rekening koopt
Contant geld kassa
Bank
Leverancier die je nog moet betalen
Toonbank
Voorraad
Vaste activa
Lang vreemd vermogen
Vlottende activa
Kort vreemd vermogen
Slide 6 - Drag question
Wat wordt bedoeld met opbrengst verkopen?
Slide 7 - Open question
Wat is géén hulprekening van het eigen vermogen
A
Privé
B
Opbrengst verkopen
C
Af te dragen BTW
D
Kosten
Slide 8 - Quiz
Hulprekening eigen vermogen
Deze hulprekeningen heb je nodig om te bepalen of je winst of verlies hebt gemaakt.
Bruto en netto winstberekeningen zijn daarom van belang.
Slide 9 - Slide
Vul de stippellijn op de lege velden in.
......
-/-
......
=
Bruto winst
-/-
......
=
Netto winst
Slide 10 - Slide
Vul de stippellijn op de lege velden in.
Opbrengst verkopen
-/-
Inkoopprijs verkopen
=
Bruto winst
-/-
Kosten
=
Netto winst
Slide 11 - Slide
Hoe wordt netto winst ook wel genoemd?
Slide 12 - Open question
Als het saldo van de winst/verliesrekening credit staat, wat betekent dit dan?
Slide 13 - Open question
Wat zijn voorbeelden van kosten op de winst/verliesrekening?
Slide 14 - Mind map
Werkcollege
Bestudeer hoofdstuk 1 in het e-book financieel
Maak een samenvatting in eigen woorden
Maak flashcards/mindmaps van begrippen/formules
Slide 15 - Slide
Ik heb het gevoel dat ik de balans en winst en verliesrekening nu goed snap...