allereerste les klas 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 15 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wo setzt du dich hin?
Op alfabet. Ik wijs je je plek aan.
Waarom? Dit is voor mij het prettigst.
Na de herfstvakantie kijk ik of je op een andere plek mag zitten. (Of eerder, mocht je storend gedrag vertonen.)
Slide 2 - Slide
Wat doen we deze les?
- Afspraken!
- De bovenbouw
- Was werden wir dieses Jahr machen?
- Wiederholung voriges Jahr
Slide 3 - Slide
AFSPRAKEN!
Je hebt elke les bij je:
- Pen
- Boek
- Laptop
- Schrift
Ik houd dit bij. Spullen vergeten? Je haalt een lesuur in bij mij.
Wil je iets vragen? Steek je vinger op.
Docent praat, jij bent stil
Pak je spullen voor Duits er meteen bij wanneer je bij je stoel bent
Geen kauwgom
Slide 4 - Slide
De bovenbouw
Je bent vanaf nu begonnen met je examenprogramma!
Doe dus goed je best. Des te beter je cijfers nu zijn, des te beter sta je er voor je examen voor!
Hoe vaak iets meetelt en wat je wanneer moet doen, staat in het PTA (Programma voor toetsing en Afsluiting)
Slide 5 - Slide
Was werden wir dieses Jahr machen?
4 toetsen:
Kap 1+2 toetsweek 1
Kijk/luistervh toetsweek 2
Leesvaardigheid toetsweek 3
Kap. 3+4 toetsweek 4
Soms werk je op laptop, meestal in je boek. Ik geef dit aan.
Spreekvaardigheid: mondeling
Schrijfvaardigheid: leesdossier Kap 1 tm Kap 4
Leren examenidioom: quizlet (Aukje Hoekstra) wrts/Studygo
Slide 6 - Slide
Wiederholung voriges Jahr
Vervoeg:
- haben en sein (ich, du, er/sie/es wir ihr sie/Sie)
- spielen
- reden en antworten
- Maak het voltooid deelwoord van wohnen en putzen (ich habe ge...... )
Slide 7 - Slide
Opdrachten stencil maken
Maak nu van je stencil de opdrachten A tm D
Slide 8 - Slide
Wanneer gebruik je deze woorden? Geef dit voor elk woord aan.
Wanneer gebruik je ein/ eine. Leg dit uit!
Slide 9 - Slide
mein
dein
sein
unser
ihr
euer/eur
ihr
Ihr
Neem de woorden over en kies de juiste vertaling erbij:
jullie uw hun ons/onze
jouw/je haar mijn zijn
Maak nu opdracht E van je stencil.
Slide 10 - Slide
Korte herhaling
Bespreek met je buurman/vrouw de vervoeging van: sein haben en werden.
Bespreek hoe je in het Duits het voltooid deelwoord maakt. (voor bv. spielen en reden)
Maak van je stencil F en G
Slide 11 - Slide
Vervoeg het werkwoord müssen (ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie)
Vervoeg de volgende werkwoorden
sollen können dürfen
wollen wissen mögen
Maak nu H en I
Slide 12 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord
Na de voorzetsels durch für ohne verandert het persoonlijk voornaamwoord
ich wordt mich Maak dit nu af :
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Slide 13 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord
Na durch für ohne wordt
ich mich
du dich
er ihn
sie sie
es es
wir uns
ihr euch
sie/Sie sie/Sie
vb. Das ist für mich
Ich spiele ohne dich
Slide 14 - Slide
Maak nu J en K van je stencil
