4.2 Keizers, koningen en heren

Hoofdstuk 4
4.2 Keizers, koningen en heren

Welkom!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
4.2 Keizers, koningen en heren

Welkom!

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les...
  • Kun je beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond.
  • Kun je uitleggen hoe Karel de Grote tot keizer werd gekroond. 

Slide 2 - Slide

Planning
  • Wat weet je al? (+- 10 min)
  • Uitleg (+- 15 min) 
  • Video met kijkvragen (+- 20 min)

Slide 3 - Slide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Slide

Leg uit wat het hofstelsel was.

Slide 5 - Open question

Een christelijke koning
  • In het jaar 481 werd Clovis koning van de Franken. 
  • Onder hem werd het Frankische Rijk het sterkste koninkrijk van West-Europa. 
  • Clovis bekeerde zich tot het christendom en verplichtte de mensen in zijn rijk dat ook te doen. 
Clovis: Clovis, ook wel Chlodovech genoemd, is koning van de Franken van 481 tot 511. Hij brengt de verschillende Frankische stammen onder zijn leiderschap en sticht daarmee het Frankische Rijk.
Frankische Rijk: Gebied in West-Europa dat tussen de derde en de tiende eeuw door Franken werd bestuurd

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waarom was Clovis zo machtig?
  1. Hij was een goede legerleider.  
  2. Hij werkte nauw samen met de kerk in Rome. De leiders van de kerk waren machtig en goed opgeleid. Ze hielpen hem met het bestuur. Clovis hielp de kerk weer bij het uitbreiden van hun macht. 

Slide 8 - Slide

Karel de Grote
Na Clovis zijn dood viel het Frankische Rijk uiteen. Het rijk werd onder zijn vier zonen verdeeld. Na opnieuw eeuwen van oorlog werd Karel de Grote in 768 tot koning van de Franken gekroond. 

Jullie gaan een Histoclip met kijkvragen bekijken over Karel de Grote. Daarna gaan we de vragen bespreken.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Bespreken!

Slide 11 - Slide

Hoofdstuk 4
4.2 Keizers, koningen en heren

Welkom!

Slide 12 - Slide

Aan het einde van de les...
  • Kun je uitleggen hoe het leenstelsel werkte.
  • Kun je uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in Europa.

Slide 13 - Slide

Planning
  • Wat weet je al? (+- 10 min)
  • Uitleg en demonstratie (+- 25 min)
  • Heb je het begrepen? (+- 10 min)

Slide 14 - Slide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Demonstratie!
Met papier!

Slide 18 - Slide

Veranderingen na Karel de Grote
  • Frankische recht: het bezit van de koning moest na zijn dood onder zijn zonen worden verdeeld. Het Rijk valt uit elkaar. 
  • Het bestuur raakt verzwakt door het leenstelsel.
  • De Vikingen!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 21 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding is een directe bron over Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz