M&M - H3 - 3.1 Monniken en ridders

Mens & maatschappij
Klas - vmbo 1

Hoofdstuk 3 - Leven met het geloof
3.1 Monniken en ridders
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

digitale les Plein M - H3 - 3.1 Monniken en ridders

Instructions

Bijlage voor opdracht Karel de Grote

Instructions

Worksheets

Items in this lesson

Mens & maatschappij
Klas - vmbo 1

Hoofdstuk 3 - Leven met het geloof
3.1 Monniken en ridders

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 3.1
  • Ik weet hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
  • Ik kan uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd.
  • Ik kan uitleggen hoe het christelijk geloof verspreid werd.
  • Ik kan uitleggen hoe in de tijd van Karel de Grote de samenleving georganiseerd was. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Afbeelding
  • Bekijk de afbeelding.
  • Wat zie je op de foto? Wat valt op?
  • Waar denk je dat deze paragraaf over zal gaan? 
Wat zie je hier?
Op de afbeelding zie je de keizerskroning: Karel de Grote wordt door de paus tot keizer gekroond. In ruil hiervoor beloofde Karel de Grote de paus te helpen als hij hulp nodig had. 

Slide 3 - Slide

Op de afbeelding zie je de keizerskroning: Karel de Grote wordt door de paus tot keizer gekroond. In ruil hiervoor beloofde Karel de Grote de paus te helpen als hij hulp nodig had. 
Planning
Uitleg
Maken
Klaar?
Extra
Lesdoel

Slide 4 - Slide

Deze slide kan je gebruiken om op het bord te laten staan. Je vult dan kort in waar je uitleg over zal gaan, wat leerlingen moeten maken, wat ze kunnen doen als ze klaar zijn en evt. een extra opdracht. 

Heb je geen extra opdracht? Zorg ervoor dat leerlingen altijd een leesboek hebben in hun tas. Of dat je in het lokaal iets hebt (ik had een doos met boeken bijv. Ik weet niet waar die is, maar als je 'm kunt vinden kan je die inzetten)

Slide 5 - Slide

Deze slide kan je gebruiken om op het bord te laten staan. Je vult dan kort in waar je uitleg over zal gaan, wat leerlingen moeten maken, wat ze kunnen doen als ze klaar zijn en evt. een extra opdracht. 

Heb je geen extra opdracht? Zorg ervoor dat leerlingen altijd een leesboek hebben in hun tas. Of dat je in het lokaal iets hebt (ik had een doos met boeken bijv. Ik weet niet waar die is, maar als je 'm kunt vinden kan je die inzetten)
Tijdvak 3
  • Tijd van monniken en ridders
  • 500 - 1000

Slide 6 - Slide

Deze slide kan je gebruiken om op het bord te laten staan. Je vult dan kort in waar je uitleg over zal gaan, wat leerlingen moeten maken, wat ze kunnen doen als ze klaar zijn en evt. een extra opdracht. 

Heb je geen extra opdracht? Zorg ervoor dat leerlingen altijd een leesboek hebben in hun tas. Of dat je in het lokaal iets hebt (ik had een doos met boeken bijv. Ik weet niet waar die is, maar als je 'm kunt vinden kan je die inzetten)
Wat weet je nog van het vorige hoofdstuk en tijdvak 2?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Tijdvak 2
  • Pompeï
  • Romeinse samenleving
  • Romeins rijk
  • Romeinse Limes
  • Bondgenootschappen
  • Landbouwstedelijke samenleving

Slide 8 - Slide

Kort terugblik van het vorige hoofdstuk. 

Je kunt de slides gebruiken na het woordweb. Dus eerst: wat weet je nog van tijdvak 2 en het vorige hoofdstuk? En dan kan je de slides gebruiken daarna om de voorkennis weer op te halen. 
In Nederland is er vrijheid van godsdienst. Wat betekent dat denk je?

Slide 9 - Open question

Kan je gebruiken als starter van de les, bijvoorbeeld tweede les van de week. Dan heb je verschillende starters om uit te kiezen. 
Romeinse Rijk
  • Het Romeinse Rijk viel onder andere uiteen door volksverhuizingen.
  •  Daarna werden de Franken machtig.
  • Rond 800 werd een groot deel van Europa veroverd
Korte video: Hoe is het Romeinse Rijk gevallen?
Hoe zat het ook alweer met de volksverhuizingen?
Er mislukten veel oogsten door het slechte weer. Mensen verlieten het gebied waar ze woonden en gingen op zoek naar voedsel.
Hele grote groepen verhuisden en de keizer besloot toen om het rijk te splitsen zodat ze het beter konden verdedigen. 

Slide 10 - Slide

Herhaling van hoofdstuk 2
Frankische rijk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Karel de Grote
  • Na de val van het Romeinse rijk werd het Frankische volk erg machtig.
  • Karel bestuurde het Frankische rijk vanuit zijn paleis in Aken.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Karel de Grote
  • In het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer gekroond.
  • Karel beloofde in ruil daarvoor de paus te helpen.
Histoclip: Karel de Grote

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Waarom denk je dat Karel de Grote graag keizer wilde zijn?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Macht verdelen
  • Karel de Grote kon het Frankische rijk niet alleen besturen.
  • Hij leende gebieden van het rijk uit aan edelen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Besturen
  • Edelen mochten van Karel een stuk land besturen.
  • Een graaf bestuurde een graafschap.
  • Een hertog een hertogdom. 
  • Adel: alle edelen bij elkaar. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verdedigen
  • In ruil voor een graafschap of hertogdom moest een edele advies geven en ridders. 
  • Met ridders kon Karel zijn rijk verdedigen en uitbreiden.  

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De allerbelangrijkste man in het Frankische Rijk was de ...............................   . Zijn naam was Karel de Grote.

Voor hem waren er edelen die delen van het rijk bestuurden. Dit waren .............................. en ........................... .

Edelen zorgden voor de legers voor de koning, en in deze legers zaten ..................................
Koning
Graven
Hertogen
Ridders

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Geestelijken
  • Mensen die werken in dienst van hun geloof.
  • Monniken, nonnen, priesters.
  • Woonden in kloosters: werken en bidden.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Geestelijken
  • Priester: leider in de kerk.
  • Non: vrouwelijke geestelijke in een klooster.
  • Klooster: gebouw waar monniken en nonnen leefden.
  • Monnik: mannelijke geestelijke in een klooster

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Christelijk
  • De paus wilde dat iedereen christelijk werd in het Frankische rijk
  • Paus gaf opdracht aan monniken om mensen christelijk te maken. 
  • Ridders beschermden monniken.
  • Niet iedereen wilde christen worden -> geweld.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Willibrord
  • Hij leefde rond het jaar 730 
  • Vanuit Utrecht reisde hij om de mensen over Jezus Christus te vertellen.
  • Willibrord bekeerde veel mensen  tot het christendom.
  • Zijn standbeeld staat nog in Utrecht



Video: wie was Willibrord?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Heren en horigen
  • Veel boeren waren niet de baas over hun eigen land.
  • Ze werkten voor een heer.
  • De heer is vaak een edelman die woonde in een kasteel.
  • Als een boer niet vrij is dan is hij een horige.
  • Boeren gaven een deel van hun oogst aan de heer. De heer moet hen dan beschermen bij gevaar. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Standenmaatschappij
  • Eerste stand: geestelijkheid
  • Tweede stand: adel
  • Derde stand: boeren en burgers

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Boeren en horigen
Edelen
Geestelijken

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Tijdvak van de monniken en ridders duurde van...
A
500 v C - 400 n C
B
50 n C - 300 n C
C
500 n C - 1000 n C
D
500 n C - 1500 n C

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wie was in 800 n.C. de leider van het Frankische rijk?
A
de Romeinen
B
Karel de Grote
C
Julius Ceasar
D
Napoleon

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

In ruil voor wat heeft de paus Karel de Grote tot keizer gekroond?
A
Veiligheid
B
Geld
C
Hulp
D
Land

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

In ruil voor wat leende Karel de grote zijn land uit?
A
Ridders en Advies
B
Voor een groot geldbedrag
C
Voor vertrouwen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Noem drie dingen die je geleerd hebt over dit onderwerp, twee dingen die je interessant vond en één ding wat je nog moeilijk vindt.

Slide 30 - Open question

Afsluiter aan het eind van een paragraaf en kan je op inspelen in de volgende les. (verzamel de punten waarvan leerlingen aangeven dat ze moeilijk zijn en start daar de volgende les weer mee). 
Ik weet hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Ik kan uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Ik kan uitleggen hoe het christelijk geloof verspreid werd.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

Begrippen oefenen Quizlet
Alle begrippen van Plein M in Quizlet
Oefen begrippen 3.1 in Quizlet

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Extra / differentiatie
Maak een PowerPoint over Karel de Grote
Werkblad Bonifatius en Willibrord

Slide 35 - Slide

This item has no instructions