Stellingen

Nederlands
Gesprekken
"Stelling"
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Gesprekken
"Stelling"

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met je?
A
:D
B
:)
C
:|
D
:(

Slide 2 - Quiz

Leerdoelen:

1.  Je weet wat een stelling is.
2. Je weet het verschil tussen een argument en een stelling

Slide 3 - Slide

een stelling
* Een stelling is een bewering die je doet over iets.

*Je kan het met de stelling eens of oneens zijn.

*Iemand anders kan er een andere mening over hebben.

Slide 4 - Slide

Stelling en argument
Stelling: mening die verwoord is in één zin
Argument: onderbouwing van de stelling

Slide 5 - Slide

Opdracht: Kies een stelling die je wilt verdedigen


Je bedenkt twee argumenten vóór de stelling en twee argumenten tegen de stelling.


Slide 6 - Slide

Het ontwikkelen van een stelling
  • Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig. 
  • Een stelling is nooit een vraag. 
  • Een stelling bevat geen argumenten. 
  • De stelling moet gaan over iets waar zowel voor- als     tegenstanders argumenten voor kunnen bedenken. 
  • Een stelling bevat geen ontkenningen.

Slide 7 - Slide

Tips bij het maken van een stelling
  1. De stelling is controversieel (binnen de doelgroep)
  2. Een stelling bevat geen ontkenningen.
  3. De stelling is absoluut geformuleerd.
  4. De stelling is eenduidig.
  5. De stelling is een verandering van de huidige situatie.
  6. Een stelling bevat geen argumenten.
  7. Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig. 

Slide 8 - Slide

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Slide 9 - Slide

De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.

Slide 10 - Slide

De politie moet voor 50% uit vrouwen bestaan.

Slide 11 - Slide

Docenten kunnen discussies over gevoelige onderwerpen zoals geloof beter vermijden in de les.

Slide 12 - Slide

Alle doping in de sport moet legaal worden.

Slide 13 - Slide

Opdracht:
Ga bezig met een stelling voor het examen.

Slide 14 - Slide

Leerdoelen:

1.  Je weet wat een stelling is.
2. Je weet het verschil tussen een argument en een stelling

Slide 15 - Slide