Les 11, Volgorde vragen deel 1

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan wij vandaag doen?

• Uitleg prikkels en reflexen
• Aan de slag met opdrachten vooral volgorde vragen
• Toetsvraag maken
• Afsluiting

Reageren op prikkels

Prikkel = het zien van de chocolade bonbons

Zintuig = Zien in het orgaan de ogen.

Impuls = signaal naar hersenen

Impuls = signaal naar spieren

Reageren = bonbon pakken

Reageren op prikkels

- Prikkel van buiten af

 - zintuig

- Impuls

- Verwerking in hersenen

- Bewustwording

- Reactie

Een orgaan dat reageert op prikkels

Alle zenuwen, ruggenmerg en hersenen samen

iets waar je zintuigen op reageren

Hier wordt je bewust van prikkels

Een seintje dat via de zenuwen naar de hersenen of spieren gaat 

Prikkel 

Zenuwstelsel 

Impuls 

Zintuig 

Hersenen 

Een banaan geeft geur af

Banaangeur komt in de neus

Zintuigcellen reageren op prikkels

Impulsen gaan naar de hersenen

Hidde ruikt de banaan

        Reflex

Wat is een reflex

Een reflex is een onbewuste reactie om jouw te beschermen. 

Een reflex komt voor bijvoorbeeld voor bij pijn. 

Als je een reflex hebt gaat deze niet helemaal naar de hersenen maar neemt de impuls een shortcut alleen maar over de reflexboog door het ruggenmerg.

Reflex (onbewuste beweging)

Bewegen zonder dat je je hersenen gebruikt. 

De weg van een reflex = reflexboog

Reflex(boog)

• Reflexen zijn er voor bescherming
• Ken de stappen en onderdelen van zo'n reflexboog

Iemand trapt op een punaise (zie de afbeelding). Tijdens de reflex die daarop volgt, wordt het been omhooggetrokken.

 

Beschrijf de reflexboog waarlangs de impulsen worden voortgeleid bij deze reflex. 

Beenspieren

Gevoelszenuwcellen

Bewegingszenuwcellen

Zintuigen in de voet

Schakelcellen in het ruggenmerg

Sommige reacties moeten zo snel dat het signaal niet eerst langs de hersenen gaat. Dit noemen we reflexen. Geef de juiste route voor de impuls bij een reflexboog. 

Schakelcel

Zintuigcel

Bewegings-zenuwcel

Gevoels-zenuwcel

Spiercel

Toetsvraag oefenen in stilte

Schrijf de juiste volgorde op.

Selma zet het eten op tafel. De pindasaus wil ze op een elektrische warmhoudplaat zetten. Ze voelt even of de plaat al heet is. Oei, heet! Ze trekt in een flits haar hand terug.

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde en begin bij de zintuigcellen in de hand. Je hoeft niet alle woorden te gebruiken! Kies uit: hersenen – ruggenmerg – spieren – zenuwen (2x) – zintuigcellen.

1 .....................................................

2 .....................................................

3 .....................................................

4 .....................................................

5 .....................................................

Afsluiting

• Wat is het verschil tussen een bewust en onbewuste reactie(reflex)?