7 Ademen en eten: 7.5 ademen en eten bij dieren


Biologie
Welkom!
Fijn dat jullie er zijn!

Wat heb je nodig?
  • Boek
  • Aantekeningenschrift
  • Pen
  • Laptop met LessonUp

Mededelingen

  • 23 december : Toets over 7.1 en 7.2
      (goed oefenen d.m.v. opdrachten maken!)
  • 23 december : Missie thema 5 (postvak).
  • 19 januari: Toets over 7.3, 7.4 en 7.5 

Zet dit in je logboek/agenda!

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson


Biologie
Welkom!
Fijn dat jullie er zijn!

Wat heb je nodig?
  • Boek
  • Aantekeningenschrift
  • Pen
  • Laptop met LessonUp

Mededelingen

  • 23 december : Toets over 7.1 en 7.2
      (goed oefenen d.m.v. opdrachten maken!)
  • 23 december : Missie thema 5 (postvak).
  • 19 januari: Toets over 7.3, 7.4 en 7.5 

Zet dit in je logboek/agenda!

Slide 1 - Slide

Planning


Terugblik
Leerdoelen

Uitleg: Soorten eters
Filmpje klokhuis
Uitleg: Ademen bij vissen + filmpje
Uitleg: Ademen bij insecten + filmpje
Uitleg: Ademen bij Kikkers

Opdrachten maken + vragen stellen
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Koolhydraten zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 3 - Quiz

Voedingsvezel
    Bouwstof
     Brandstof
  Reserve stof
  Beschermende 
             stof
          Geen   
  voedingsstof

Slide 4 - Drag question

De mens gebruikt voedingsvezels voor de vorming van cellen en weefsels.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz


Waarvoor heeft je lichaam bouwstoffen nodig?



A
voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur
B
voor groei, ontwikkeling en herstel
C
voor het beschermen van het lichaam tegen ziekten
D
voor het leveren van energie

Slide 6 - Quiz

Wat is het strotklepje?
A
1
B
2

Slide 7 - Quiz

Welke bewering klopt over de enzymactiviteit en de enzymconcentratie bij temperaturen P, Q en R?
A
Bij alle drie de temperaturen is de enzymconcentratie gelijk.
B
Tussen P en Q neemt de activiteit toe, omdat de concentratie van het enzym toeneemt.
C
Tussen Q en R neemt de activiteit af, omdat de concentratie van het enzym afneemt.

Slide 8 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 9 - Quiz

De lever maakt gal. Wat is de functie van gal?
A
Gal is een hulpstof voor de vertering van koolhydraten.
B
Gal bevat een enzym voor de vertering van vetten.
C
Gal is een hulpstof voor de vertering van vetten.
D
Gal bevat een enzym voor de vertering van eiwitten.

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van darmplooien en darmvlokken?
A
Het oppervlak vergroten, zodat er meer voedingsstoffen in het bloed komen
B
Het voedsel door de darm bewegen richting de endeldarm
C
Het oppervlak vergroten, zodat er meer enzymen gemaakt kunnen worden
D
Bescherming bieden voor de bacteriën die in de darm leven

Slide 11 - Quiz

7.5 Ademen en eten bij dieren

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je..
het verband tussen voedingsgewoonten en het gebit van planteneters, vleeseters en alleseters beschrijven.
de ademhaling van vissen beschrijven.
de ademhaling van insecten beschrijven.
de ademhaling van amfibieën beschrijven.
Je beschrijft het tegenstroomprincipe.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Planteneters
Plantaardig voedsel
Cellulose = een taaie stof in de celwanden van plantencellen

Gebit
Plooikiezen = Grote, vlakke kiezen met korte, scherpe ribbels erop

Verteringsstelsel
Bacteriën die cellulose wél kunnen verteren.
Erg lang verteringsstelsel


Slide 15 - Slide

Vleeseters
Dierlijk voedsel

Gebit
Grote hoektanden = voor het doden en verscheuren van een prooi.
Knipkiezen = Scherpe, puntige kiezen om vlees los te knippen.

Verteringsstelsel
Kort verteringsstelsel


Slide 16 - Slide

Alleseters
Zowel plantaardig als dierlijk voedsel

Gebit
Knobbelkiezen = Scherpe, puntige rand om mee te knippen en een plat stuk om te malen.

Verteringsstelsel
Middellang verteringsstelsel


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Vissen
Kieuwen = ademhalingsorganen om zuurstof uit het water kunnen halen.
  • Kieuwboog
  • Kieuwplaatjes 
  • Kieuwlamellen = kleine plooien op kieuwplaatjes voor de gaswisseling

Zuurstof gaat naar het bloed in de kieuwlamellen
Koolstofdioxide gaat naar het water dat langs de kieuwlamellen stroomt.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat is diffusie?
A
Het passeren van een stof, bijv. zuurstof
B
Het passeren van een stof, bijv. koolstofdioxide
C
Het passeren van de stoffen zuurstof en koolstofdioxide
D
Het passeren van stoffen

Slide 21 - Quiz

Welke onderdeel van de kieuwen vind het tegenstroomprincipe plaats
A
Kieuwboog
B
Kieuwdeksel
C
Lamellen
D
Allemaal niet

Slide 22 - Quiz

Insecten
Tracheeën = ademhalingsorganen van insecten; sterk vertakte buizen.
  • Stigma's = openingen van de tracheeën.

Ademhaling
Zuurstof gaat de tracheeën in en koolstofdioxide gaat de tracheeën uit doordat het achterlijf groter en kleiner wordt gemaakt. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Tracheeën zijn:
A
ademhalingsvaten
B
luchtbuizen
C
luchtvaten
D
gaten

Slide 25 - Quiz

Kikkers
Gedaanteverwisseling = veranderingen tijdens de ontwikkeling van eitje tot volwassen kikker.

Slide 26 - Slide

Kikkers
  1. Eitjes worden gelegd en bevrucht.
  2. Kikkerdril.
  3. Kikkervisjes die ademen met uitwendige kieuwen en een dunne huid
  4. Inwendige kieuwen.
  5. Groei van de achterpoten.
  6. Groei van de voorpoten en verdwijnen inwendige kieuwen. 
  7. Verdwijnen van het staartje.
  8. Volwassen kikker met longen. 

Slide 27 - Slide

Wat is gedaanteverwisseling?
A
als jonge dieren een andere lichaamsbouw en levenswijze hebben dan volwassen dieren
B
als jonge en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden
C
als bestaande organen hun functie steeds beter gaan vervullen

Slide 28 - Quiz

Maken

Opdrachten 7.5 (en 7.1 t/m 7.4)

Dit is huiswerk en moet je sowieso maken!
Vragen

Stel de vragen die je nog hebt over 7.1 t/m 7.5

Slide 29 - Slide