Ma 15 maart Alineaverbanden en signaalwoorden

Verbanden en signaalwoorden (2)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verbanden en signaalwoorden (2)

Slide 1 - Slide

tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 2 - Slide

Zins- en alineaverbanden
Uitspraak-tegenstelling
Na een uitspraak of bewering wordt meteen het tegengestelde beweerd. 

Mogelijke signaalwoorden: maar, daarentegen, echter,
integendeel, enerzijds … anderzijds, daar staat tegenover.

Slide 3 - Slide

Zin- en alineaverbanden
Zinnen staan niet zomaar naast elkaar. Ze hebben iets met elkaar te maken. Signaalwoorden geven zinsverbanden en alineaverbanden aan. Ze maken van een zin en een tekst één geheel. Hoe meer signaalwoorden je kent, des te beter je teksten zult begrijpen.

Slide 4 - Slide

ZINS- EN ALINEAVERBANDEN
Logisch verband tussen de zinnen en de alinea's van een tekst worden aangegeven door signaalwoorden of signaalwoordgroepen.





--> opdrachten maken
  • concluderend verband
  • samenvattend verband
  • voorwaardelijk verband
  • vergelijkend verband
  • middel-doelverband
  • tegenstellend verband
  • opsommend verband
  • oorzakelijk verband 
  • redengevend verband
  • uitleggend of toelichtend verband

Slide 5 - Slide

Zins- en alineaverbanden
Uitspraak-voorbeeld
Een uitspraak of bewering wordt gevolgd door een of meer voorbeelden.

Mogelijke signaalwoorden: bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo.

Slide 6 - Slide

Alineaverbanden (vervolg)
5. oorzaak -gevolg: precies wat het zegt. Iemand noemt een oorzaak en een gevolg daarvan.

'Gisteren zijn we volledig nat geregend. Daardoor heeft Kim een verkoudheid opgelopen.'

signaalwoorden: daardoor, hierdoor, zodat, waardoor, doordat, ..

Slide 7 - Slide

Alineaverbanden en signaalwoorden
Alineaverbanden: maken een tekst makkelijker te begrijpen. 
Voorbeelden: oorzaak-gevolg, doel-middel, voorbeeld-uitleg, mening-argument, tijd, opsomming, samenvatting, conclusie
Signaalwoorden: laten jou zien wanneer welk alineaverband in een tekst aanwezig is
voorbeelden: maar, dus, echter, ten eerste, ten slotte, ook, bovendien, vroeger, daarentegen, daarom, waardoor, met behulp van, samenvattend

Slide 8 - Slide

Alineaverbanden (vervolg)
5. oorzaak -gevolg: precies wat het zegt. Iemand noemt een oorzaak en een gevolg daarvan.

'Gisteren zijn we volledig nat geregend. Daardoor heeft Kim een verkoudheid opgelopen.'

signaalwoorden: daardoor, hierdoor, zodat, waardoor, doordat, ..

Slide 9 - Slide

Theorie: Herhaling klas 2
Deze zins- en alineaverbanden kun je heel snel herkennen door middel van signaalwoorden. Zij geven eigenlijk een seintje, dat er een verband aan komt.

Slide 10 - Slide

Zins- en alineaverbanden
Uitspraak-opsomming
Na een uitspraak of bewering worden verschillende dingen achter elkaar opgenoemd. 

Mogelijke signaalwoorden: ook, verder, bovendien, nog,
daarnaast, niet alleen … maar ook, ten eerste, ten tweede.


Slide 11 - Slide

Huiswerk voor di 16 mrt
Maken opdr. 3 , 4 en 5

Blz. 141/142

Slide 12 - Slide