Boek A, par 3.1, p94-96

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Boek A, par 3.1, p94-96

Inhoud les

-leerdoel

-lezen en onderstrepen

-korte uitleg

-opdrachten 

-beantwoorden leerdoel

Leerdoel deze les

Hoe werd het Frankische rijk  bestuurd?

Hoe werd het Christendom door geestelijken verspreid?

Lees zelf en onderstreep

pagina 94, 96

Uitleg

Hoe bestuurde Karel zijn rijk?

Met het leenstelsel. Hij leende gebieden aan leenmannen. In ruil hiervoor moesten ze Karel bij staan met Raad en Daad.

Uitleg

Wie was de adel?

Dit is een groep (stand) van grond bezitters. 

Ze bestuurden namens de koning het gebied en spraken er recht.

Uitleg

Wat moest de adel terug doen voor de geleende gebieden?

De koning bijstaan met Raad & Daad.

Raad=helpen met besturen

Daad=helpen met vechten (zorgen voor ridders)

Uitleg

Wie zijn de geestelijken?

Dit is een groep (stand) mensen die de hele dag bezig zijn met hun geloof zoals monniken, priesters en nonnen.

Uitleg

Hoe hielpen geestelijken met het verspreiden van het Christendom in Europa?

Sommige monniken (Willibrord) werden op pad gestuurd om mensen christelijk te maken. Karel hielp de paus door de

monniken te beschermen met ridders. Hulp van de keizer was zeker nodig, omdat veel mensen weigerden in de christelijke god te

geloven. Ridders gebruikten dan geweld om ze te bekeren tot het Christendom.

Uitleg

Waarom hielp Karel met verspreiding van het Christendom?Christenen geloofden dat de keizer

door God was aangesteld. Karel dacht daarom

dat iedereen naar hem zou luisteren als iedereen

christelijk zou zijn.

Maak de opdrachten

Je gebruikt de tekst in je boek.

Keizer Karel de Grote en de Romeinse keizers hadden hetzelfde probleem. Het rijk was te groot om zelf te besturen en verdedigen

1. juist
2. onjuist

Hoe loste Karel de Grote dit probleem op?

1. hij leende grond aan adel die namens hem besturen
2. hij bracht een nog groter leger op de been
3. Hij stelde ambtenaren aan die namens hem zouden besturen.
4. het lukte niet om dit probleem op te lossen

Wat moest een graaf of hertog in ruil voor een graafschap of hertogdom
terugdoen voor Karel?

1. een gebied besturen
2. het land verdedigen
3. klusjes doen voor Karel
4. ridders leveren

Wat zijn voorbeelden van geestelijken?

1. non
2. priester
3. monnik
4. hertog

Karel de Grote hielp de paus door ridders te leveren. Waarom deed Karel dat?

1. Karel beloofde de paus hulp in ruil voor het keizerschap.
2. Karel wilde zelf ook dat iedereen christelijk werd.
3. De Friezen en Saksen wilden de niet luisteren
4. De paus moest zelf Christen worden

De Friezen en Saksen werden graag christelijk.

1. juist
2. onjuist

Nonnen en monniken woonden samen in een klooster.

1. juist
2. onjuist

Een priester was de baas in de kerk en gaf preken.

1. juist
2. onjuist

Ridders dwongen soms mensen om christen te worden.

1. juist
2. onjuist

Leerdoel: Hoe werd het Frankische rijk bestuurd?

Leerdoel: Hoe werd het Christendom door geestelijken verspreid?