Water op aarde

Water op aarde
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Water op aarde

Slide 1 - Slide

Waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

Slide 2 - Slide

Belangrijke begrippen:
Condensatie = waterdamp koelt af en veranderd weer in druppels

Infiltratie = water zakt de grond in

Transpiratie = verdampen van het water uit bladeren van planten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Neerslag
Verdamping
Infiltratie en grondwater 
Condensatie
Transpiratie

Slide 5 - Drag question

Condensatie is:
A
Water verandert van vaste vorm in vloeibare vorm.
B
Water verandert van vloeibare vorm in gasvorm.
C
Water verandert van gasvorm in vloeibare vorm.
D
Water verandert van vaste vorm in gasvorm.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Wat is de oorzaak van de waterkringloop?
A
zon
B
wind
C
wolken
D
zwaartekracht

Slide 8 - Quiz

Positieve waterbalans
=
voldoende water
Negatieve waterbalans
=
onvoldoende water






Slide 9 - Slide

Wat zijn de twee belangrijkste rivieren van NL?
A
Maas
B
Rijn
C
IJssel
D
Lek

Slide 10 - Quiz

Rivieren
kunnen water krijgen van:
1 - regen - dat zijn regenrivieren
2- smeltende sneeuw en ijs - dat zijn gletsjerrivieren
3 - regenwater en smeltwater - dat zijn gemengde rivieren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Rivieren in West-Europa hebben veel water in de herfst (veel regen) en weinig in de zomer (veel verdamping, weinig neerslag)

Slide 13 - Slide

Debiet en regiem
Debiet: de hoeveelheid water 
die een rivier afvoert op een 
bepaalde plek  (in m3/sec)

Regiem: verdeling van water 
dat gedurende het jaar door 
de rivier stroomt.


Regenrivier: in de herfst en winter meer water.
Gletsjerrivier: in de lente en zomer meer water. 

Slide 14 - Slide

In Nederland valt er meer regen en valt het onregelmatiger. Dit hoort bij
A
regiem
B
debiet

Slide 15 - Quiz

De afbeelding geeft
het ... van een rivier weer
A
debiet
B
regiem

Slide 16 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende definitie:

de hoeveelheid water die een rivier afvoert gemeten in m3/s
A
Regiem
B
Debiet

Slide 17 - Quiz


Deze rivier heeft...
A
Een hoog regiem
B
Een laag regiem
C
Een hoog debiet
D
Een laag debiet

Slide 18 - Quiz

Verdeling van het water 
  • Van al het water op aarde is slechts  3% zoet (drinkbaar)
  • Hiervan is het grootste deel bevroren of diep grondwater
  • 1% Van het zoetwater is toegankelijk
  • Zoutwater kan ontzilt worden, maar dat is een duur proces

Slide 19 - Slide

Waterbalans van Nederland
Hoeveel water een gebied binnenkomt en hoeveel het gebied weer verlaat

Slide 20 - Slide

Waterbalans = Een verhouding van de hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en verlaat.

  • Positieve waterbalans: de mensen hebben voldoende water. 
  • Negatieve waterbalans: de mensen hebben te weinig water. 

Slide 21 - Slide

Waterbalans
Ontzilting
Korte waterkringloop
Condensatie
Waterdamp verandert in kleine druppels.
Water verdampt, condenseert en als neerslag valt weer terug op de zee.
Verhouding van de hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en verlaat.

Uit de zee- of brak water  zuiver water 
maken.

Slide 22 - Drag question

 Nuttige neerslag
  • Neerslag - verdamping = nuttige neerslag (wordt gebruikt door alles wat leeft)
  • De hoeveelheid neerslag kan in verschillende landen het zelfde zijn, maar de nuttige neerslag kan dan alsnog verschillen!

Slide 23 - Slide

grondwater     oppervlakte water

Slide 24 - Slide

  • Oppervlakte water
  • is al het zichtbare water op aarde: zeeën, oceanen, meren en rivieren. 

  •  Grondwater:  
  • is water dat in de bodem zit. 

  • Gletsjer
  • is een ijsmassa die langzaam vanuit een gebergte naar beneden schuift.

Slide 25 - Slide

Nuttige neerslag
Oppervlakte water
Negatieve waterbalans
Condensatie
Waterdamp verandert in kleine druppels.
Mensen, dieren en planten hebben onvoldoende water.
Het verschill tussen neerslag en verdamping.
Al het zichtbare water op aarde: zeeën, oceanen, meren en rivieren. 

Slide 26 - Drag question

Wat vond je nog onduidelijk in deze les?

Slide 27 - Open question

Water
Kringloop

Einde

Slide 28 - Slide