4vwo récapitulation grammaire unité 1 contactez-moi

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

unité 1 Contactez-moi

Récapitulation

Waar moet je op letten bij het vormen van een bijvoeglijk naamwoord in het Frans?

1. VORM - algemene regel

mannelijk: -   (un grand homme)

vrouwelijk: +e ( une grande femme)

meervoud : + (e)s (les grands hommes ; les grandes femmes)

MANNELIJK

MANNELIJK

Op de volgende slides staan quizvragen

Let op: je hebt telkens maar 10 sec om te antwoorden!

Wat klopt: " une habitude ____

1. africain
2. africaine
3. Africain
4. Africaine

Wat klopt: " un _____ homme

1. vieux
2. vieil
3. vielle
4. vieuxs

Wat klopt: " une___comédie

1. long
2. longe
3. longue
4. longes

Waar staat een bijvoeglijk naamwoord normaal gezien tov een zelfstandig naamwoord?

2. PLAATS

Wat klopt "J'ai fait la connaissance avec un ____élève____"

1. un nouveau élève
2. un élève nouveau
3. un nouvel élève
4. un élève nouvel

Wat klopt: " C'est une ____situation____"

1. une dangereux situation
2. une situation dangereuse
3. une dangereuse situation
4. une situation dangereux

Wat klopt: J'aime ____voitures____ (des- grand- noir)

1. des grands voitures
2. de grandes noires voitures
3. de grandes voitures noires
4. des voitures grandes noires

Grammaire II

1. Les verbes réguliers en ER présent, imparfait, p.c.
2. être, avoir, aller et faire présent, imparfait, p.c.

Belangrijk bij werkwoorden

* weet hoe je de stam van de imparfait vindt en leer de uitgangen uit je hoofd (dit is altijd hetzelfde voor regelmatige en onregelmatige werkwoorden!)

* leer de vervoegingen van de présent van être, avoir, aller et faire uit je hoofd! En weet hoe je de stam van de

présent van -er vindt en leer de uitgangen van de présent van de -er uit je hoofd

* Passé composé: leer de voltooide deelwoorden été, eu, allé en fait uit je hoofd en weet dat être, avoir en faire als hulp-werkwoord 'avoir' hebben  en het werkwoord aller als hulpwerkwoord 'être' heeft. En dat je dan moet denken aan uitgangen !!     Zie volgende dia.

L'imparfait

Vertaal het werkwoord in het Frans-
wij hadden

1. nous avions
2. Nous aviions

Welke persoonsvormen hebben gelijke vormen bij ww op-er in de verleden tijd (imparfait)?

Vul de juiste vervoeging in van het werkwoord in de imparfait. - Vous ____(oublier)

1. oublierez
2. oubliez
3. oubliiez
4. oublieriez

Le présent

	être	avoir	aller	faire	aim er
je	suis	ai	vais	fais	aim e
tu	es	as	vas	fais	aim es
il	est	a	va	fait	aim e
nous	sommes	av ons	all ons	faisons	aim ons
vous	êtes	av ez	all ez	faites	aim ez
ils	sont	ont	vont	font	aim ent

Welke persoonsvormen hebben gelijke vormen bij ww op-er in de tegenwoordige tijd (le présent)?

Welke vorm is correct?

1. je parles
2. je parle

Welke vorm is correct?

1. je parlais- tu parlait- il parlait
2. je parlais - tu parlais - il parlait

Nog een paar oefeningen met werkwoordsvormen

L'été dernier, ma soeur ... un garçon sympa.

1. rencontre
2. rencontrera
3. rencontrait
4. a rencontré

Il est déjà 8 heures? Nous ... être en retard!

1. allons
2. allions
3. sommes allés
4. irons

Salut! Nous ... deux filles de 15 ans.

1. sommes
2. étions
3. serons
4. avons été

Quand j'étais en seconde, j'... un très bon prof de français.

1. ai
2. avais
3. aurai

Pour s'entraîner:

http://www.verbuga.eu/Mise/Mise.html

Grammaire III

Hoofdtelwoorden

Data

Kloktijden

Staat er tussen een tiental en een eenheid in het Frans altijd een liggend streepje?

hoe vorm je de datum met getallen in het Frans?

Wat klopt er?

1. C'est lundi,deux février
2. C'est lundi,le deux février

Wat klopt ? 15 augustus 2011

1. quinze août deux milles onze
2. le quinze août deux milles onze
3. le quinze août deux mille onze
4. quinze août deux mille onze

83

58

71

Je zet normaal gezien geen et bij de kloktijd als je minuten wil aangeven, waar wel?

Quelle heure est-il?
22:15

Quelle heure est-il?
11:45

Quelle heure est-il?
3:30

Quelle est la date aujourd'hui?

On s'entraine! Répondez aux questions en français!

1. C'est quand ton anniversaire?

2. Tu commences à quelle heure le mardi?

3. Comment on dit 4762 en français?

4. Quand sont les prochaines vacances?

5. A quelle heure tu finis aujourd'hui?

6. Quel est ton numéro de téléphone?