What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V4 Frans unité 1 révision 20/21
unité 1 Contactez-moi
Récapitulation
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
unité 1 Contactez-moi
Récapitulation
Slide 1 - Slide
Op welke elementen moet je letten bij een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 2 - Open question
1. VORM - algemene regel
mannelijk: - (un
grand
homme)
vrouwelijk: +e ( une g
rande
femme)
meervoud : + (e)s (les
grands
hommes ; les
grandes
femmes)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
MANNELIJK
Slide 6 - Slide
MANNELIJK
Slide 7 - Slide
Op de volgende slides staan quizvragen
Let op: je hebt telkens maar 10 sec om te antwoorden!
Slide 8 - Slide
Wat klopt: " une habitude ____
A
africain
B
africaine
C
Africain
D
Africaine
Slide 9 - Quiz
Wat klopt: " un _____ homme
A
vieux
B
vieil
C
vielle
D
vieuxs
Slide 10 - Quiz
Wat klopt: " une___comédie
A
long
B
longe
C
longue
D
longes
Slide 11 - Quiz
Waar staat een bijvoeglijk naamwoord normaal gezien tov een zelfstandig naamwoord?
Slide 12 - Open question
2. PLAATS
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Wat klopt "J'ai fait la connaissance avec un ____élève____"
A
un nouveau élève
B
un élève nouveau
C
un nouvel élève
D
un élève nouvel
Slide 15 - Quiz
Wat klopt: " C'est une ____situation____"
A
une dangereux situation
B
une situation dangereuse
C
une dangereuse situation
D
une situation dangereux
Slide 16 - Quiz
Wat klopt: J'aime ____voitures____ (des- grand- noir)
A
des grands voitures
B
de grandes noires voitures
C
de grandes voitures noires
D
des voitures grandes noires
Slide 17 - Quiz
Welke persoonsvormen hebben gelijke vormen bij ww op-er in de tegenwoordige tijd (le présent)?
Slide 18 - Open question
Welke persoonsvormen hebben gelijke vormen bij ww op-er in de verleden tijd (imparfait)?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Hoe vorm je de futur bij regelmatige werkwoorden op -er?
Slide 21 - Open question
Hoe vorm je de futur du passé bij regelmatige werkwoorden op -er?
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Welke vorm is correct?
A
je parles
B
je parle
Slide 24 - Quiz
Welke vorm is correct?
A
je parlais- tu parlait- il parlait
B
je parlais - tu parlais - il parlait
Slide 25 - Quiz
Welke vorm heeft het werkwoord in deze zin? ''Je parlerai avec lui demain''
A
futur du passé
B
futur
Slide 26 - Quiz
Welke tijden wijken af bij de werkwoorden aller, avoir en Être en faire ?
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Vul de juiste vervoeging in van het werkwoord in de imparfait. - Vous ____(oublier)
A
oublierez
B
oubliez
C
oubliiez
D
oublieriez
Slide 31 - Quiz
Vertaal het werkwoord in het Frans-
Ik zou doen
A
Je ferai
B
Je ferais
Slide 32 - Quiz
Vertaal het werkwoord in het Frans-
wij hadden
A
nous avions
B
Nous aviions
Slide 33 - Quiz
Vertaal het werkwoord in het Frans-
u zult gaan
A
vous allerez
B
vous alleriez
C
vous irez
D
vous iriez
Slide 34 - Quiz
Staat er tussen een tiental en een eenheid in het Frans altijd een liggend streepje?
Slide 35 - Open question
Slide 36 - Slide
hoe vorm je de datum met getallen in het Frans?
Slide 37 - Open question
hoe vorm je rangtelwoorden doorgaans in het Frans?
Slide 38 - Open question
Slide 39 - Slide
Je zet normaal gezien geen et bij de kloktijd als je minuten wil aangeven, waar wel?
Slide 40 - Open question
Wat klopt er?
A
Il est lundi,deux février
B
Il est lundi,le deux février
Slide 41 - Quiz
Wat klopt ? 15 augustus 2011
A
quinze août deux milles onze
B
le quinze août deux milles onze
C
le quinze août deux mille onze
D
quinze août deux mille onze
Slide 42 - Quiz
Welke vertaling klopt? Het is half 1 's nachst
A
Il est douze heure et demie
B
Il est douze heure et demi
C
Il est douze heures et demie
D
Il est douze heures et demi
Slide 43 - Quiz
More lessons like this
4vwo récapitulation grammaire unité 1 contactez-moi
October 2021
- Lesson with
52 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
P2 Brûle sorcière, brûle! - les adjectifs
18 days ago
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
l'adjectif
October 2020
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Chapitre 1 - het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
September 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
V4 Frans unité 2 révision 22/23
December 2023
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
July 2024
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Bijvoeglijk naamwoord (A2 - bron D)
November 2021
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
October 2022
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3