1hv Herhaling Ch.2D regelm.ww -er

Bienvenue dans le cours de français!
Après les vacances:
Première partie: We gaan samen kijken wat we nog weten van de regelmatige werkwoorden op -er.

Deuxième partie: Jullie gaan in tweetallen een spel doen met mondeling zinnen maken.








1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bienvenue dans le cours de français!
Après les vacances:
Première partie: We gaan samen kijken wat we nog weten van de regelmatige werkwoorden op -er.

Deuxième partie: Jullie gaan in tweetallen een spel doen met mondeling zinnen maken.








Slide 1 - Slide

Grammatica leerjaar 1hv 
Al behandeld:
het lidwoord
regelmatig werkwoord op -er
onregelmatige werkwoorden:
      avoir
      
vraagzinnen maken
zinsvolgorde


Nog niet behandeld:
onregelmatige werkwoorden:
     être
      aller
      faire
de ontkenning
het bez.vnw.
het bijv.naamw.
vraagzinnen maken
zinsvolgorde


Slide 2 - Slide

Braindump ww op -er
Pak je wisbordje. 

1) Noteer de stam van het werkwoord parler.

2) Noteer de eerste 3 personen (onderwerpen) van het rijtje in het Frans.

Slide 3 - Slide

Braindump ww op -er
2) (vervolg) 
Noteer daaronder de laatste 3 personen (onderwerpen) van het rijtje in het Frans.

3) Noteer achter deze personen de stam van parler met de juiste uitgangen

Slide 4 - Slide

Onderwerp
uitgang
parler
Je
-e
Je parle
Tu
-es
Tu parles
Il/elle/on
-e
Il/elle/on parle
Nous
-ons
nous parlons
Vous
-ez
vous parlez
Ils/elles
-ent
Ils/elles parlent

Slide 5 - Slide

Braindump ww op -er
Vraag: 

Stel, een zin begint met het volgende onderwerp:
'Mon copain Olivier'. 
Welk onderwerp uit het rijtje is dat eigenlijk?

Slide 6 - Slide

Braindump ww op -er
Vraag: 

Stel, een zin begint met het volgende onderwerp:
'Olivier et Sophie'. 
Welk onderwerp uit het rijtje is dat eigenlijk?

Slide 7 - Slide

Faites attention!
1. Staat er een naam of een ding (enkelvoud)? -> Uitgang is -e
Hugo mange une pomme / Le train arrive à dix heures.

2. Staan er namen of dingen (meervoud)? -> Uitgang is -ent
Claire et Francine mangent une pomme / Les trains arrivent à dix heures.

Slide 8 - Slide

Braindump ww op -er
Had je de stam goed, maar vond je de onderwerpen en uitgangen nog lastig? -->

Uitdaging 1 t/m 4 op het uitgedeelde papier. Kijk na.
Lukt het al beter? --> nr.5 en verder.

Slide 9 - Slide

Braindump ww op -er
Had je (bijna) alles goed en/of begrijp je het meeste of alles? -->

Uitdaging 4 t/m 7 op het uitgedeelde papier.
Ultieme uitdaging: nr.8!


Slide 10 - Slide

Ça va bien! Et maintenant....
Après les vacances:
Première partie: We gaan samen kijken wat we nog weten van de regelmatige werkwoorden op -er.

Deuxième partie: Jullie gaan in tweetallen een spel doen met mondeling zinnen maken.








Slide 11 - Slide

Bon courage!!!

Slide 12 - Slide

Au revoir!

Slide 13 - Slide