Les 8- Groep 5-6 - personages - Stop-motion 3/6

• Filmeducatie
• Basisschool
• Groep 5,6

Introduction

Les 8 Filmles cultuurcoachtraject groep 5-6 Stop-motion maken - deel 3/6 Deze les gaan we in op emoties en hoe deze over te brengen op een personage. Aan het einde van de les heeft elke leerling een personage met verschillende emoties.

Instructions

Lesdoelen:

• De leerlingen kunnen benoemen wat personages zijn in een film 
• De leerlingen kunnen verschillende emoties geven aan hun personage 

Opzet 90 min

• Intro I 5 min
• Spel: wie ben ik? I 15 min
• Fragment Binnenstebuiten kijken I 3 min
• Fragment nabespreken I 3 min
• Pingu kijken | 3 min
• Nabespreken I 7 min
• Eigen personage van emoties voorzien en verfraaien | 30 min
• Munya in mij! kijken I 20 min
• Voor en nabespreken Munya in mij! I 5 min

• Extra: Spel (10 min) 
• Extra: Film Tiger (4 min) 

Materialen:

• Stickeynotes/Post-its voor Rara wie ben ik? (geleverd) 
• Espressobekertjes om personages te knutselen (geleverd)
• Posterbuddies voor emoties (geleverd) 
• Verschillende knutselmaterialen - papier, stiften, veertjes, crepepapier, chenilledraad etc (van school) 

Extra filmruimtes of filmen in de school

Nee

2e docent nodig

Niet noodzakelijk, wel handig bij het knutselen

STOP-MOTION MAKEN:

PERSONAGE 

Introductie

De vorige lessen hebben we voor onze eigen stop-motion film een verhaal bedacht en hebben we hierbij passende filmsets gemaakt. 

Een belangrijk onderdeel wat nu nog ontbreekt zijn de personages! Die gaan we vandaag maken!

ROLLENSPEL

Wie ben ik? 

Personages

Personages zijn de hoofdpersonen in je film. In films wordt het

verhaal verteld via de personages, zij zijn degene het verhaal meemaken

PERSONAGES

Voordat we een stukje film gaan kijken duiken we even in het onderwerp van deze les: personages.

Personages zijn de hoofdpersonen in je film. In films wordt het

verhaal verteld via de personages, zij zijn degene het verhaal meemaken

Als opwarmertje spelen we het spel Wie ben ik.

Je speelt met je eigen tafelgroepje (of groepjes van 4-6 personen).

Neem allemaal een personage in je hoofd uit je favoriete film of serie. Zorg dat het iemand is die zoveel mogelijk mensen kennen!

Schrijf dit op een post-it. Deze post-it plak je op het hoofd van je linkerbuurman. 

Als iedereen een post-it op zijn hoofd heeft kan het spel beginnen. Om de beurt mogen jullie een ja-nee vraag stellen waardoor je kan raden welk personage op jouw hoofd staat. Als je het hebt geraden heb je gewonnen!

Geef hier max 15 min de tijd voor. 

Introductie fragment

Personages hebben een eigen karakter en gedrag. Gedrag wordt gestuurd door emoties. 

Bekijk het volgende filmpje over de emoties uit de film Binnenstebuiten.

Let goed op: hoe zie je aan het meisje welke emotie aan de knoppen zit en de controle heeft?

Emoties

Hoe zag je aan het gedrag van dit meisje welke emotie de knoppen bestuurde, de controle had?

Bespreek de film

Ga even kort in op wat de leerlingen vonden van de film.

Antwoord

• Je ziet aan haar gezicht en lichaamshouding of ze bang, boos, blij, verdrietig is of afkeer heeft.

Oefening

We oefenen nu even zelf met de emoties. Kijk allemaal BOOS!

Kijk allemaal bang!

Kijk allemaal BLIJ!

Kijk allemaal verdrietig!

Oké nu we merken hoe verschillend de emoties in ons gezicht voelen, kunnen we nog beter emoties herkennen bij personages. 

We kijken nu een filmpje waar we de emoties van twee personages gaan opspeuren. 

Pingu (3 min)

We gaan een filmpje kijken van Pingu!

Let hierbij goed op de emoties. Welke emoties komen voorbij en waaraan kan je dat zien?

Hoe voelde Pingu zich bij de slee-grap? 

Boos, Blij, Bang of Verdrietig?

Hoe voelde vader zich toen de sneeuwbal zijn boterham plette? 
Boos, Blij, Bang of Verdrietig?

Hoe voelde Pingu zich toen vader boos werd?

Boos, Blij, Bang of Verdrietig?

Nabespreken Pingu:

Bespreek per vraag in de hotspots hoe Pingu zich voelde en hoe je dat aan hem kon zien.

Antwoorden:

• Pingu bij de sleegrap: blij: open mondje, ogen in spleetjes 
• Vader bij verpletterde boterham: boos: lippen stevig op elkaar, wenkbrauwen strak op z'n ogen
• Pingu na boze vader: verdrietig: mondhoeken naar beneden, ogen naar beneden, tranen

Personage maken

Welke emoties moet jouw personage hebben? Hoe zien die eruit?

Uitleg

Aan de hand van de stand van wenkbrauwen, ogen en de mond kun je emoties goed herkennen

Tip

Teken geen vaste emotie op het gezicht, maar maak er verschillende en knip deze uit! Zo kan je jouw personage verschillende emoties geven tijdens het maken van jullie stop-motion.

Opdracht: personage maken
30 min

Uitleg

In de stop-motion film die jullie gaan maken komen natuurlijk ook personages voor. Jullie maken vandaag allemaal een eigen personage. Deze personages hebben ook emoties. En daar gaan we nu mee aan de slag: het maken van jullie eigen personage/poppetje mét: emoties. 

Hoe gaan we dit doen?

1. Jullie krijgen zo direct allemaal een klein kartonnen bekertje
2. Iedereen maakt voor zijn bekertje drie emoties
3. Wanneer je daarmee klaar bent kun je ook nog bijvoorbeeld wat haren maken of andere verfraaiingen 

1. Emoties maken

Bedenk met elkaar hoe de verschillende emoties eruit zien en hoe je die zou kunnen maken op het bekertje. Zorg dat ze verwisselbaar zijn (bijv met posterbuddies)

Denk na: welke drie emoties wil je dat jouw poppetje heeft? Hoe zien die emoties eruit? 

2. Deel de bekertjes uit

Iedere leerling krijgt 1 bekertje. Iedereen schrijft zijn naam in het bekertje.

LET OP: zorg dat ze niet op het bekertje gaan tekenen.  
Zorg ervoor dat de knutselmaterialen (inclusief poster buddies) al klaar liggen.

3. Verfraaien

Wanneer de emoties af zijn kunnen de leerlingen bijvoorbeeld hun bekertje nog verfraaien met bijvoorbeeld haren of hoedjes, etc. 

Bedenk waar je na afloop de personages kunt bewaren. Zorg dat iedereen zijn naam aan de binnenkant van het bekertje schrijft en bewaar ze samen in een grote bak. Stem af met de leerkracht van je groep.  

Uitleg:

Als afsluiting van de les kijken we naar de film Munya in mij! Op deze afbeeldingen zie je twee personages uit de film.

Zonder dat je de film hebt gezien, kan je al een beetje raden wat voor emoties de boventoon voeren bij deze twee.

Welke emoties herken jij bij deze personages?

Munya in mij!

Munya in mij! 20 min.

Klik op de link en kijk de animatie op NPO Zapp. 

Na de film:

Nu jullie de film hebben gekeken, ben ik heel benieuwd wat jullie ervan vonden.

• Wat vonden jullie van de film?
• Welk stukje is je echt bijgebleven?
• Wat vonden jullie van de stopmotion techniek?

Verandering

Vragen

• Zagen jullie de emoties van Munya tijdens de film veranderen? Wat viel jullie op?
• Hoe voelde Munya zich aan het begin van de film?
• Hoe voelde zij zich aan het einde van de film?
• Naast dat de emoties van Munya veranderde, waren er natuurlijk nog veel meer dingen waaraan we konden zien dat zij als personage veranderde. Wat viel je nog meer op dat veranderde aan Munya?

Uitleg:

In de film zie je Munya veel veranderen. Meer nog dan alleen haar emoties. Je ziet een verschil in haar houding als ze bijvoorbeeld buiten is (gesloten en verlegen) in tegenstelling tot als ze in haar kamer is (open en stoer). Ook zie je haar letterlijk en figuurlijk uit haar schulp kruipen en gaat ze aan het einde de confrontatie aan met haar pesters. Haar houding verandert, maar ook haar kleding! Leg de kinderen uit hoe je deze veranderingen kan zien en merken en waarom de makers hiervoor hebben gekozen. 

VOLGENDE WEEK

Volgende week

We hebben vandaag de personages gemaakt voor onze eigen stop-motion animatie. We hebben nu een verhaal met een begin-midden-einde, het decor is af en nu ook de hoofdrolspelers.

We kunnen dus volgende week aan de slag met animeren!

Regeling Driejarige subsidies Cultuurcoach

Deze les is gemaakt ihkv de 3 jarige regeling Cultuurcoaches van het AFK

Eye filmmuseum, Filmhub Noord-Holland, Cinekid, NurLimonade media en Taartrovers 

Spelletje

De Regisseur

EXTRA: SPELLETJE

Spelletje: de regisseur

Als er tijd is kan er tot slot een kort spelletje gespeeld worden: De regisseur: Stuur één leerling de klas uit. Spreek met de klas af wie de regisseur is. De leerling wordt de klas ingeroepen. De hele klas doet steeds de regisseur na die acteerbewegingen doet (nep gillen, nep huilen, dansen enz.), terwijl de leerling moet ontdekken wie er steeds de beweging bedenkt/begint. Je kunt dit uitbreiden naar twee verschillende regisseurs. De andere kinderen kunnen zelf kiezen wie van de regisseurs ze dan nadoen. 

Extra: korte animatiefilm Tijger (4 min)

We gaan zo kijken naar de film Tijger. Dit is een combinatie tussen een computeranimatiefilm en stopmotion!

Kijkvraag: 

Let tijdens het kijken op: welke elementen zijn geanimeerd met de computer en welke met de stopmotion techniek?

Vragen achteraf:

Antwoord op de kijkvraag: het tijgertje is geanimeerd met de computer, alle andere objecten zijn geanimeerd met de stopmotion techniek (zoals bijvoorbeeld het servies dat beweegt, het tafelkleed en de handen van het kindje, het eten)

Wat vonden jullie bijzonder aan deze film?