Klare taal plus - les 20 - werkwoordstijden +

De les van vandaag

. instructie werkwoordspelling (hh)
. trucjes bij sterke werkwoorden
. schrijven
. lezen
. spreken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De les van vandaag

. instructie werkwoordspelling (hh)
. trucjes bij sterke werkwoorden
. schrijven
. lezen
. spreken

Slide 1 - Slide

Les 20 - werkwoordstijden
Vandaag herlaen we deze werkwoordstijden:

de ott
de ovt
de vtt
de vvt

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Kortom:
Onvoltooid: niet af , niet klaar > not ready

Voltooid: af, klaar > ready
(voltooid deelwoord: gegeten, gelopen, gepraat)

Tegenwoordige tijd: nu > now

Verleden tijd: vroeger, toen > in the past, then


Slide 4 - Slide

Kortom:
> onvoltooid tegenwoordig tijd (ott): Ik maak een oefening.

> onvoltooid verleden tijd (ovt): Ik maakte een oefening.

> voltooid tegenwoordige tijd (vtt): Ik heb een oefening gemaakt.

> voltooid verleden tijd (vvt): Ik had een oefening gemaakt.


Slide 5 - Slide

schrijf de afkortingen voluit: ott, ovt, vtt, vvt

Slide 6 - Open question

Benoem de werkwoordstijd.

Ik volg de les.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 7 - Quiz

Benoem de werkwoordstijd.

De vogel at uit mijn hand.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 8 - Quiz

Benoem de werkwoordstijd.
Heb je je huiswerk al afgemaakt?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 9 - Quiz

Benoem de werkwoordstijd.

Ik had spinazie gegeten.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 10 - Quiz

Benoem de werkwoordstijd.
Ik heb gitaar gespeeld.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 11 - Quiz

Verleden tijd sterke werkwoorden

. Werkwoorden die veranderen van klank in de ovt:
ik val > ik viel

.  Of werkwoorden met een "gek" voltooid deelwoord
ik val > ik ben gevallen (niet: gevald!)
ik bak > ik heb gebakken





Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide