NN6 1hv Spelling hf.6 - werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

WELKOM

> Open Nieuw Nederlands, Spelling hf.6 - werkwoorden

Leerdoelen: 

• Ik kan de verschillende werkwoordsvormen herkennen en benoemen
• Ik kan verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen.

Theorie - Werkwoordsvormen: 

Infinitief (inf)

persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

voltooid deelwoord (vd)

onvoltooid deelwoord (od)

welke vorm?
-praten-

Welke vorm?
- beantwoordt-

Welke vorm?
- etend -

Theorie - werkwoordstijden

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Voltooid verleden tijd (VVT)

Voorbeeld

Jan eet een appel (OTT)

Jan heeft een appel gegeten (VTT)

Jan at een appel (OVT)

Jan had een appel gegeten (VVT)

De jongen heeft een vriendin

1. onvoltooid tegenwoordige tijd
2. voltooid tegenwoordige tijd
3. onvoltooid verleden tijd
4. voltooid verleden tijd

De cavia was gisteren weer ontsnapt!

1. onvoltooid tegenwoordige tijd
2. voltooid tegenwoordige tijd
3. onvoltooid verleden tijd
4. voltooid verleden tijd

Huiswerk

Maandag 18-5 moet Spelling hf. 6 - werkwoorden af zijn.

In de les uitleg over interpunctie.

Nu:

Werken aan Spelling hf. 6 - werkwoorden