Aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aanwijzend voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Welk aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord ...........is
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud 
Ce
Cette 
Ces
Cet

Slide 2 - Drag question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
J'ai vu de beaux baskets. ____baskets sont très chers.

Slide 3 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Elle porte une robe rouge. _____robe est longue.

Slide 4 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Paul a un nouveau jean. ______jean est bleu.

Slide 5 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Nous avons vu un objet. ____objet est énorme.

Slide 6 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Il vend des montres. _______montres sont en or.

Slide 7 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Je vais à l'école (v). ________école est à 10 minutes de chez moi.

Slide 8 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Stéphan port un beau pull. _____pull est noir.

Slide 9 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Julie porte une jupe. _____jupe est courte.

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Je (kan) faire les courses

Slide 11 - Open question

Vouloir en Pouvoir 

Slide 12 - Slide

?
VOULOIR
POUVOIR
   willen
  kunnen

Slide 13 - Drag question

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'vouloir' met het onderwerp
veux
veux
veut
voulons
voulez
veulent

Slide 14 - Drag question

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'pouvoir' met het onderwerp
peux
peux
peut
pouvons
pouvez
peuvent

Slide 15 - Drag question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Je (kan) faire les courses

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Nous (willen) écouter de la musique

Slide 17 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Tu (wil) aller en ville?

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Ils (kunnen) choisir plusieurs couleurs

Slide 19 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Il (wil) porter un jean.

Slide 20 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Sophie et Michèle (willen) venir à la fête

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Tu (kan) essayer ce pull.

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van "pouvoir" of "vouloir" in:
Stéphane (kan) finir ses devoirs

Slide 23 - Open question