H3: nakijken 1 en 2 SP H3, uitleg beide(n), hw en dictee

- Nakijken Sp. H3: 1 - 3
- Uitleg meervouds-n bij verwijzingen
- Huiswerk
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Nakijken Sp. H3: 1 - 3
- Uitleg meervouds-n bij verwijzingen
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Spelling H3:
- Je beheerst de spelling van de meervoudsvormen van zelfstandig naamwoorden.
- Je weet wanneer je een -n schrijft achter woorden als alle(n), beide(n), sommige(n) etc.
- Je leert de spelling van alledaagse woorden kennen.

Slide 2 - Slide

Nakijken opdracht 1-2-3 van Spelling

Slide 3 - Slide

Opdracht 1 (Spelling H3) - blz. 127
  • 1 is (pv) - gebeurd (vdw)
  • 2 beheert (pv) - lette (pv)  - stootte (pv)
  • 3 beweert (pv) - was (pv) - heeft (pv) - overleefd (vdw)
  • 4 heeft (pv) - erkend (vdw) - is (pv) - belooft (pv) - zal (pv) - krijgen (inf)
  • 5 heb (pv) - aanvaard (vdw) - verandert (pv) - ben (pv)
  • 6 hebben (pv) - overleefd (vdw)
  • 7 verklaart (pv) - kan (pv)
  • 8 is (pv) - besteld (vdw) - behandelt (pv) - verbetert (pv)
  • 9 verveelt (pv) - kan (pv) - vertellen (inf)
  • 10 staat (pv) - vermeld (vdw) - bezorgd (vdw) - wordt (pv)
  • 11 overleef (pv)

Slide 4 - Slide

Opdracht 2 (Spelling H3) - blz. 128
  •  a ski’s
  •  b beurzen
  •  c jubilea
  •  d ananassen
  •  e koopmannen, kooplui, kooplieden
  •  f behoeftes, behoeften
  •  g guppy’s
  •  h kolonies, koloniën

Slide 5 - Slide

Opdracht 2 (Spelling H3) - blz. 128
  •  i golven
  •  j bajesen
  •  k geen meervoudsvorm
  •  l musici
  •  m engelen
  •  n kieviten
  •  o kersen
  •  p allergieën
  •  q opnames, opnamen
  •  r paragrafen


Slide 6 - Slide

Opdracht 3 (Spelling H3) - blz. 130
De fiets en scooter zijn beide smerig.                  Stefan en Guido zijn beiden smerig.

Sommige van de boeken zijn te laat.                   Sommigen van de leerlingen zijn te laat.

In de kamer was onder andere een luie kat.      In de kamer was onder anderen Froukje.

Deze winkels gaan alle verhuizen.                          Deze gezinnen gaan allen verhuizen.



Wat is het verschil tussen de linker- en rechterrij?

Slide 7 - Slide

Meervouds - n bij verwijzingen
Wanneer schrijf je sommige(n), alle(n), enkele(n), andere(n), vele(n) etc.?
  1. Als het een bijvoeglijk naamwoord is, schrijf je het zonder -n.                        Alle jongens hebben een voetbalbroek aan.
  2. Verwijst het woord naar personen, schrijf je het met -n.                   Sommigen van deze groep sporten liever in een jogging.
  3. Verwijst het woord niet naar personen, schrijf je het zonder-n.                      De boeken uit de mediatheek gaan alle mee naar beneden.

Slide 8 - Slide

UITZONDERING!
- Staat er geen zelfst. nw. achter (zoals bij een bijv. nw.), maar kun je die wel denkbeeldig invullen (het wordt al ergens voor of achter de zin gebruikt)? Dan schrijf je het zonder -n.
De meeste zitten op hun plek, want de leerlingen willen snel beginnen.

- Bij alle(n) en beide(n) vul je wel een -n in als het verwijst naar personen.
Meneer Biesheuvel en meneer Visser hebben iets gemeen. Ze geven beiden aardrijkskunde.

Slide 9 - Slide

Staat er een znw achter?
Nee
Heeft het woord
betrekking op personen?
Nee
Schrijf geen -n
Ja
Schrijf geen -n
Ja
Schrijf wel -n

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Spelling Hoofdstuk 3: 
Maken opdracht 4 en 5
TB: Blz. 130

Slide 11 - Slide