De klok, 5 10-2022

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Tijd 

oefenen met de klok

De klok lezen tot op een kwartier nauwkeurig.

Eerst even herhalen.

• Als de grote wijzer in het gele deel staat zeg je VOOR
  Dus kwart VOOR
• Als de grote wijzer in het rode deel staat zeg je OVER
  Dus kwart OVER

Hoe laat is het ?

1. kwart voor 11
2. kwart voor 9
3. kwart voor 10
4. kwart over 11

Hoe laat is het?

1. Kwart over 1
2. kwart over 2
3. kwart voor 3
4. kwart over 3

Hoe laat is het?

1. half 3
2. half 2
3. half 6
4. 3 uur

Hoe laat is het?

1. kwart voor 4
2. kwart voor 3
3. kwart over 4
4. kwart over 3

Hoe laat is het?

1. kwart over 8
2. kwart over 9
3. kwart voor 3
4. kwart voor 9

Hoe laat is het?

1. kwart over 12
2. kwart voor 1
3. kwart over 10
4. kwart over 11

Hoe laat is het?

1. half één
2. tien over zes
3. half twee
4. half twaalf

Hoe laat is het?

1. half 10
2. half 12
3. half 11
4. 10 voor 6

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.

half 2

kwart voor 11

kwart over 12

kwart over 9

kwart voor 10

half 1

kwart voor 12

kwart voor 9

Einde deel 1

Drie uur

Elf uur

Één uur

Twaalf uur

Vijf uur

Zeven uur.

S"ochtends

S"middags

S"avonds

S"nachts.

Hoe laat is het?
5.45 uur

1. kwart voor 5
2. kwart voor 6

Hoe schrijf je vier uur?

1. 4:00
2. 16:00
3. 3:00
4. 15:00

Hoe schrijf je twee uur?

1. 2:00
2. 14:00
3. 1:00
4. 13:00

Digitale klok
Hoe schrijf je half drie?

1. 15:30
2. 14:30
3. 3:30
4. 2:30

Hoe laat is het hier:
9:45

Zet in digitale tijd:
Kwart over 6 's avonds

EINDE LES!!