This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
1.6 Elektriciteit in huis
Slide 1 - Slide
De eenheid van elektrische energie is:
A
E
B
e
C
J
D
j
Slide 2 - Quiz
Een mixer heeft een vermogen van 400 W en staat 1 minuut en 20 seconden aan. Hoeveel elektrische energie heeft de mixer gebruikt?
Slide 3 - Open question
1.6 Elektriciteit in huis
vragen over 1.2 Vermogen en energie
1,6 Elektriciteit in huis bespreken
Slide 4 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Door de muren en plafonds van een woonhuis loopt een netwerk van elektriciteitsdraden.
Slide 5 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Door de muren en plafonds van een woonhuis loopt een netwerk van elektriciteitsdraden.
De hoofdleiding komt via de voordeur het huis binnen.
Na de energiemeter splits het in 4 a 6 parallel groepen.
Slide 6 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Door de muren en plafonds van een woonhuis loopt een netwerk van elektriciteitsdraden.
De hoofdleiding komt via de voordeur het huis binnen.
Na de energiemeter splits het in 4 a 6 parallel groepen.
Op elk lichtpunt en stopcontact staat 230 V.
Slide 7 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.
Slide 8 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.
Hoe groter het vermogen, des te groter is de stroomsterkte.
Slide 9 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.
Hoe groter het vermogen, des te groter is de stroomsterkte.
Als je de stroomsterkte van alle takken bij elkaar optelt krijg je de totale stroomsterkte.
Slide 10 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
Slide 11 - Slide
1.6 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.
Slide 12 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.
Je kunt het totale vermogen ook berekenen door:
Slide 13 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
Een wasmachine (3000 W), een waterkoker (2000 W) en een stofzuiger (900 W) worden aangesloten op dezelfde groep (230 V) in de keuken.
Bereken de stroomsterkte die door de leiding loopt.
P = P1 + P2 + P3 = 3000 + 2000 + 900 = 5900 W
Slide 14 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
Een wasmachine (3000 W), een waterkoker (2000 W) en een stofzuiger (900 W) worden aangesloten op dezelfde groep (230 V) in de keuken.
Bereken de stroomsterkte die door de leiding loopt.
P = P1 + P2 + P3 = 3000 + 2000 + 900 = 5900 W
It=UP=2305900=25,7A
Slide 15 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Fasedraad en nuldraad
In het stopcontact zitten twee draden.
De draden zijn gemaakt van koper (geleider) en kunststof/vinyl (isolator).
Op de fasedraad staat een spanning van 230 V en is bruin van kleur.
Op de nuldraad staat geen spanning en is blauw van kleur.
Op het schakeldraad staat een spanning als de lamp in de AAN stand staat, het schakeldraad is zwart.
Slide 16 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet
Slide 17 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet
Er ontstaat brandgevaar.
Slide 18 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet
Er ontstaat brandgevaar.
Ontstaat al er teveel apparaten op dezelfde groep zijn aangesloten.
Slide 19 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
De totale vermogen mag niet groter worden dan 3,7 kW.
Slide 20 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.
Slide 21 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.
De weerstand van de draad is erg klein, de stroom kan er gemakkelijk door de draad heen.
Slide 22 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.
De weerstand van de draad is erg klein, de stroom kan er gemakkelijk door de draad heen.
Als de stroom een kortere route neemt, met een lage weerstand, dan ontstaat er kortsluiting.
Slide 23 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting kan ontstaan als de koperdraden in bijvoorbeeld een stekker elkaar aanraken.
Kortsluiting kan ontstaan als plus- en de minpool van een spannings-bron met elkaar verbonden worden zonder weerstand.
In beide bovenstaande gevallen wordt de weerstand heel klein en de stroomsterkte heel groot.
De draden worden warm en kunnen doorbranden.
Slide 24 - Slide
1.3 Elektriciteit in huis
Maken 1.2 &1.3 opdracht 1 t/m 9
Slide 25 - Slide
De maximale stroomsterkte in een groep van een huisinstallatie is:
A
10 A
B
16 A
C
25 A
D
36 A
Slide 26 - Quiz
Het totale vermogen op een groep van een huisinstallatie (230 V) is 3790 W. De groep is beveiligd door een zekering van 16 A. Laat met een berekening zien of de zekering gaat smelten of niet.
Slide 27 - Open question
Welk onderdeel van de huisinstallatie beschermt er tegen lekstroom?
A
kWh-meter
B
Zekering
C
Aardlekschakelaar
D
Groep
Slide 28 - Quiz
Hoeveel stroom kan een enkele groep in een huisinstallatie maximaal aan?
A
1A
B
10A
C
16A
D
200A
Slide 29 - Quiz
Wat is de kleur van de aardedraad in een huisinstallatie
A
Zwart
B
Geel/Groen
C
Blauw
D
Bruin
Slide 30 - Quiz
Een huisinstallatie is te vergelijken met
A
Serie-schakeling
B
Gemengde schakeling
C
Parallel schakeling
Slide 31 - Quiz
Op een groep van de huisinstallatie (230 V) worden de volgende apparaten aangesloten: een strijkijzer van 1400 W, een wasmachine van 2200 W en een tv van 85 W. Bereken de totale stroomsterkte door de apparaten.
Slide 32 - Open question
Wat is de kleur van de fasedraad in een huisinstallatie