Les Zuivel herhaling

Zuivel les 7 Herhaling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zuivel les 7 Herhaling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Week 1: Inleiding in de melkkunde
Week 2: Kwaliteitseisen
Week 3: Melksamenstelling
Week 4: Behandeling Melk
Week 5: Yoghurt
Week 6: Boter
Week 7: Uitloop/vragenuurtje
Week 8: Toets

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Quizvragen uit vorige lessen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Benoem de verschillende kwaliteitsgebreken in melk

Slide 4 - Open question

Vetsplitsing
Te hoog totaal kiemgetal
Te hoog kiemgetal aan thermoresistente micro-organismen
Te hoog vriespunt
Aanwezigheid van boterzuurbacteriën of hun sporen
Vuil in de melk
Aanwezigheid van desinfectiemiddelen
Te veel witte bloedcellen in de melk
Aanwezigheid van antibiotica
Hoe noemen we de 1e melk van de koe, en wat is hier bijzonder aan

Slide 5 - Open question

Biest, deze heeft wel 33% droge stof. In de biest zitten veel meer vetten en eiwitten dan in gewone melk. Biest heeft ongeveer 20% eiwit. Een belangrijk deel hiervan van antistoffen of immunoglobulinen. Hierdoor is biest is een wonderdrank voor het kalf. Het kalf is door de antistoffen beschermd tegen de eerste ziekteverwekkers.
Wanneer geeft een koe melk?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is het eiwitgehalte van rauwe melk?
A
3,4%
B
4,4%
C
4,6%
D
5,1%

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het suikergehalte van rauwe melk?
A
3,4%
B
4,4%
C
4,6%
D
5,1%

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Noem 3 controlepunten waarop de melk in de melkfabriek onderzocht wordt.

Slide 9 - Open question

-vetgehalte
-eiwitgehalte
-vuil in de melk
-algemeen kiemgetal
-kiemgetal theromoresisten m.o.
-boterzuurbacterie
-viespunt
-celgetal (witte bloedcellen)
-reinigings- of desinfectiemiddel
-antibiotica
Noem de twee belangrijkste eiwitten die in de melk voorkomen

Slide 10 - Open question

De belangrijkste eiwitten in melk zijn:
- kaasstof (caseïne)
- serumeiwit
Welke vitamines zitten vooral in melk?
A
A-B-C
B
A-B-D
C
D-E-K
D
A-E-K

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat heeft invloed op de samenstelling van de melk?

Slide 12 - Open question

- waar in de lactatieperiode
- genetische factoren, soort ras
- jaargetijde, voer
Hoe wordt melksuiker ook wel genoemd?

Slide 13 - Open question

Lactose
Een mogelijk ander antwoord zou kunnen zijn:
Disacharide van galactose en glucose
Waarom zitten er ribbels in de platen van de platenpasteur?

Slide 14 - Open question

Door de ribbels krijg je oppervlakte vergroting waardoor de warmte/koude nog meer over gedragen kan worden.
Welke melk krijgt de behandeling 'thermiseren'?

Slide 15 - Open question

Melk die een paar dagen bewaard moet worden voordat deze verwerkt kan worden krijgt de behandeling thermiseren (kort verhitten bij 65°C zodat de eerst m.o. gedood worden en de melk langer te bewaren is).
Welke tijd-temperatuur combinatie hoort bij pasteuriseren van melk?
A
10-12 sec. - 65°C
B
10-12 sec. - 72°C
C
10-12 sec. - 95°C
D
10-12 sec. - 121°C

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van het centrifugeren van de melk?

Slide 17 - Open question

Door melk te centrifugeren wordt de melk gescheiden in room (vet) en ondermelk (tapte melk = water)
Maak de juiste verbinding
Standyoghurt
Roeryoghurt
fabrieks-yoghurt
thuisgemaakte yoghurt

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Welke aspecten hebben invloed op het soort yoghurt?

Slide 19 - Open question

- het vetgehalte van de melk
- het type zuursel/entkweek
- de productiemethode (standyoghurt vs roeryoghurt)
- de toevoeging (bijv. vruchten)
Welke vorm(en) heeft de bacteriecultuur in yoghurtzuursel?
A
staafvorm
B
bolvorm
C
staafvorm en bolvorm
D
staafvorm - bolvorm - kommavorm

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk product bevat het meeste vet?
A
boter
B
margarine
C
halvarine

Slide 21 - Quiz

Boter bevat ten minste 80% melkvet.
Margarine bevat 80% (plantaardig) vet.
Halvarine bevat 40% (plantaardig) vet.
Wat waren de doelen van pasteuriseren?

Slide 22 - Open question

Doden van pathogene micro-organismen.
Het inactiveren van product schadelijke enzymen (bijv. lipase).
Vragen?



Succes met leren!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Slide 24 - Open question

This item has no instructions