H2 Herhaling

Herhaling H2
Deze les is een herhaling van alle stof die je de afgelopen lessen hebt gehad. Als je weet hoe je de vragen in deze les moet oplossen, dan ben je al goed bezig. Lukt dit niet, dan zul je extra moeten oefenen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling H2
Deze les is een herhaling van alle stof die je de afgelopen lessen hebt gehad. Als je weet hoe je de vragen in deze les moet oplossen, dan ben je al goed bezig. Lukt dit niet, dan zul je extra moeten oefenen

Slide 1 - Slide

Welke afstand moet Marcel nog lopen na 1 uur volgens deze formule:
afstand in km = 42 - 10 x de tijd in uren
A
42
B
52
C
32
D
38

Slide 2 - Quiz

afstand in km = 42-10 x tijd in uren
Vul de tabel in:
bijv. 0=... , 2=...

Slide 3 - Open question

afstand in km = 42 - 10 x de tijd in uren
Marcel moet nog 17 km lopen, hoeveel uur moet hij nog lopen?
A
2,5 uur
B
3 uur
C
2 uur
D
1,5 uur

Slide 4 - Quiz

Formule:
Maud: inkomsten in € = 9 + 5 x de tijd in uren
Vul de tabel in. 0=... , 4=...

Slide 5 - Open question

Formule:
Tom: inkomsten in € = 3 + 6 x tijd in uren
Vul de tabel in:

Slide 6 - Open question

Formule:
Tom: inkomsten in € = 3 + 6 x tijd in uren
Maud: inkomsten in € = 9 + 5 x tijd in uren
Wie verdient er meer na 3 uur werken? Hoeveel meer?

Slide 7 - Open question

Los de volgende vergelijking op met inklemmen
2,00 + 5 x prijs per schrift = 14,50

Slide 8 - Open question

Bij een woordformule opstellen start ik met ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 9 - Quiz

Bij een woordformule opstellen staat op de tweede plek ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 10 - Quiz

Bij een woordformule opstellen staat op de derde plek ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 11 - Quiz

Bij een woordformule opstellen staat op de vierde plek ...........
A
'Staat bij de verticale as'
B
Stijg-/daalgetal
C
Begingetal
D
'Staat bij horizontale as'

Slide 12 - Quiz

Maak de woordformule bij de grafiek.

Slide 13 - Open question