Les 33 start na toetsweek H4 Lezen -feiten/ meningen/ argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Planning 

• Vanaf volgende week start met Pecha Kucha
• Lezen
• Uitleg H4 Lezen Feiten, meningen en argumenten
• Aan de slag!
• Huiswerk

Na deze les

- kun je feiten, meningen en argumenten herkennen 

Feiten, meningen, argumenten

Feit: kun je controleren

Mening/standpunt: uitspraak over wat iemand ergens van vindt

"Ik vind ... "  \    "Volgens mij ..." 

Argument: de uitleg bij een mening

Want, omdat, namelijk, immers 

Feit, mening of argument?

Omdat ik morgen naar de tandarts moet.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Een argument gebruik je om een mening te onderbouwen. Het kan zowel een mening zijn als een feit.

1. Waar
2. Niet waar

1 De smartphone is onmisbaar

2 Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone

1. 1 feit/ 2 feit
2. 1 feit/ 2 mening
3. 1 mening / 2 feit
4. 1 mening/ 2 mening

Feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Aan de slag!

Stencil

Maken: opdracht 1  en 2

Daarna klassikaal bespreken

Klaar? Maak alvast opdracht 3(=huiswerk)

Huiswerk

Stencil H4 - Feiten, meningen en argumenten

Maken: opdracht 4