GRAMMATICA woordbenoemen songtekst

Woordsoorten in songtekst
Songtekst een hele mooie dag
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Woordsoorten in songtekst
Songtekst een hele mooie dag

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Songtekst vullen

Slide 3 - Slide

Luister en schrijf
Luister het lied en schrijf de woorden die missen op. 

Slide 4 - Slide

Ik heb de ........niet gehoord het is al half één = 
Ik stap te snel uit bed met m’n ........ been = 
Ik .........verbrande toast ik heb niet opgelet = 
Drink de ......... bak koffie die ik ooit heb gezet = 
Ik ....... haast. Ik zoek m’n fiets = 
Maar ........ vind alleen m'n slot en verder niets = 
........... baas belt. 'Laat maar gaan' = 
Misschien tijd voor .......... nieuwe baan = 

Slide 5 - Slide

Een hele mooie dag
............. hele mooie dag = lidwoord
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh

Slide 6 - Slide

Ik sta al een tijdje op Centraal Station
Te wachten op een .........op 't verkeerde perron 
Dus ik .......en ik haal hem net 
Het was kantje boord maar ik heb ...........gered 
Ik ben doodop, ......... ogen vallen dicht 
Ondanks dat die bank niet al te lekker ligt
Ik word wakker .......... een vreemde stad 
Ik heb 't langzamerhand wel een beetje gehad

Slide 7 - Slide

Een hele ................ dag = bijvoeglijk naamwoord
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh


Slide 8 - Slide

Ik sta ..........het plein in de zon
't Is een dag, die misschien niet al te lekker begon
Maar de zon ...........ik zie een topterras 
Ik zeg doe maar wat koels in een heel ....... glas
En ik kijk op en daar ben .......
Stelt aan mij ....... vraag 'is dit plekje vrij?' 
Je kijkt me aan met je ........... lach en vraagt
"Hoe is je dag? Als ik, ........ vragen mag." 


Slide 9 - Slide

Een hele mooie .................
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag



Slide 10 - Slide

Benoem de ingevulde woorden
Benoem vervolgens de door jou ingevulde zinsdelen. Kies uit: werkwoord/ zelfstandig naamwoord/ bijvoeglijk naamwoord/ lidwoord/ voorzetsel/ persoonlijk voornaamwoord/ bezittelijk voornaamwoord.

Slide 11 - Slide

Ik heb de wekker niet gehoord het is al half één = 
Ik stap te snel uit bed met m’n verkeerde been = 
Ik eet verbrande toast ik heb niet opgelet = 
Drink de slechtste bak koffie die ik ooit heb gezet = 
Ik heb haast. Ik zoek m’n fiets = 
Maar ik vind alleen m'n slot en verder niets = 
M'n baas belt. 'Laat maar gaan' = 
Misschien tijd voor een nieuwe baan = 

Slide 12 - Slide

Ik heb de wekker niet gehoord het is al half één = 
Ik stap te snel uit bed met m’n verkeerde been = 
Ik eet verbrande toast ik heb niet opgelet = 
Drink de slechtste bak koffie die ik ooit heb gezet = 
Ik heb haast. Ik zoek m’n fiets = 
Maar ik vind alleen m'n slot en verder niets = 
M'n baas belt. 'Laat maar gaan' = 
Misschien tijd voor een nieuwe baan = 

  • ZNW
  • BNW
  • WW
  • BNW
  • WW
  • P. VNW
  • B. VNW
  • LW

Slide 13 - Slide

Een hele mooie dag
Een hele mooie dag = lidwoord
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh

Slide 14 - Slide

Een hele mooie dag
Een hele mooie dag = lidwoord
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh


  • LW

Slide 15 - Slide

Ik sta al een tijdje op Centraal Station
Te wachten op een trein op 't verkeerde perron 
Dus ik ren en ik haal hem net 
Het was kantje boord maar ik heb hem gered 
Ik ben doodop, m’n ogen vallen dicht 
Ondanks dat die bank niet al te lekker ligt
Ik word wakker in een vreemde stad 
Ik heb 't langzamerhand wel een beetje gehad

Slide 16 - Slide

Ik sta al een tijdje op Centraal Station
Te wachten op een trein op 't verkeerde perron 
Dus ik ren en ik haal hem net 
Het was kantje boord maar ik heb hem gered 
Ik ben doodop, m’n ogen vallen dicht 
Ondanks dat die bank niet al te lekker ligt
Ik word wakker in een vreemde stad 
Ik heb 't langzamerhand wel een beetje gehad


  • ZNW
  • WW
  • P. VNW
  • B. VNW
  • .
  • VZ

Slide 17 - Slide

Een hele mooie dag = bijvoeglijk naamwoord
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh


  • BVNW 

Slide 18 - Slide

Een hele mooie dag = bijvoeglijk naamwoord
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh


  • BVNW 

Slide 19 - Slide

Ik sta op het plein in de zon
't Is een dag, die misschien niet al te lekker begon
Maar de zon schijnt ik zie een topterras 
Ik zeg doe maar wat koels in een heel groot glas
En ik kijk op en daar ben jij 
Stelt aan mij de vraag 'is dit plekje vrij?' 
Je kijkt me aan met je stralende lach en vraagt
"Hoe is je dag? Als ik, je vragen mag." 


Slide 20 - Slide

Ik sta op het plein in de zon
't Is een dag, die misschien niet al te lekker begon
Maar de zon schijnt ik zie een topterras 
Ik zeg doe maar wat koels in een heel groot glas
En ik kijk op en daar ben jij 
Stelt aan mij de vraag 'is dit plekje vrij?' 
Je kijkt me aan met je stralende lach en vraagt
"Hoe is je dag? Als ik, je vragen mag." 


  • VZ

  • WW
  • BNW
  • P. VNW
  • LW
  • BNW
  • P. VNW

Slide 21 - Slide

Een hele mooie dag 
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag
Oh-oh, oh-oh-oh
Een hele mooie dag



  • ZNW 

Slide 22 - Slide