3HV HS 3 paragraaf 1 Energiebronnen

1 / 37
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Twee formules voor energie

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een energiebron is.
  2. RJe kunt zes energiebronnen beschrijven.
  3. Je kunt kenmerken van energiebronnen benoemen.


Slide 3 - Slide

Leerdoel 1

Slide 4 - Slide

Vaardigheden
  1. Energiestroomdiagram tekenen
  2. Rendement berekenen 
  3. Vermogen berekenen
  4. Energie berekenen
  5. Kosten van verbruikte energie berekenen

Slide 5 - Slide

Leerdoel 2
 Wind (1,7%)



  1. Fossiele brandstoffen (91,4%)   (energiecentrales)
  2. Biomassa (4,5%)  (energiecentrales)
  3. Wind (1,7%)  (windmolens)
  4. Zon (0,6%) (zonnecel)
  5. Aardwarmte (0,2%)  (kassen verwarmen)

Slide 6 - Slide

Leerdoel 3
Energietransitie
  1. De ideale energiebron is onuitputtelijk, altijd beschikbaar, milieuvriendelijk en goedkoop. 
  2. Maar de ideale energiebron bestaat niet. 
  3. Fossiele brandstoffen zijn niet onuitputtelijk. 
  4. Wind en zon zijn niet altijd beschikbaar. 
  5. ‘klimaatneutrale’ energiebronnen gebruiken wordt de energietransitie genoemd. Er moet een nieuw energiesysteem komen met de volgende vier kenmerken:

Slide 7 - Slide

Leerdoel 4
 de vier kenmerken van nieuwe energiesystemen:
  1. Fossiele brandstoffen vervangen
  2. Gebruik van energie beperken
  3. Energie opslaan
  4. 4 Energie lokaal produceren

Slide 8 - Slide

Instructie 
Lees de tekst HS 3 par 1 blz 118 t/m 121 
maak de opdrachten: 1 t/m 4 (blz 123 t/m 124)

Slide 9 - Slide

Kies uit de begrippen een energiebron.
A
aardolie zon
B
windmolen
C
elektriciteitscentrale
D
gasfornuis

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste definitie van een energiebron?

Slide 11 - Open question

Kies uit de begrippen een energieomzetter.
A
aardolie zon
B
windmolen
C
elektriciteitscentrale
D
gasfornuis

Slide 12 - Quiz

HW bespreken  
opdrachten: 1 t/m 4 (blz 123 t/m 124) , 6 en 7 
Magister/ NOVA 3H
Controle vragen


Slide 13 - Slide

Aan de slag
  • Nabespreking HS 3 (NOVA 3H digitaal)
  • Nabespreking Vaardigheden
  • Oefentoets 

Slide 14 - Slide

Biomassa is een fossiele brandstof, net als aardgas, aardolie en steenkool.

A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Windturbines zijn schone energieomzetters die geen enkel nadeel voor het milieu hebben.

A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Een zonnecel produceert warmte waarmee water kan worden verhit.

A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Steenkool wordt in Nederland gebruikt in een aantal elektriciteitscentrales.

A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Een bepaald type zonnecel levert gemiddeld een vermogen van 400 W.
Bereken de omgezette energie in 12 uur in Joule.
A
E= 400 J
B
E= 4800 J
C
E = 33,33 J
D
E = 17280000 J

Slide 19 - Quiz

Een bepaald type zonnecel levert gemiddeld een vermogen van 400 W.
Bereken de omgezette energie in 12 uur in kWh.
A
E= 3,6 kWh
B
E= 4,8 kWh
C
E = 3,6 MJ
D
E = 17280 kWh

Slide 20 - Quiz

Je verwarmt 50 g melk van 50 °C tot 95 °C.
De soortelijke warmte van melk is 3,9 J/(g °C).
Met welke uitwerking bereken je de toegevoerde warmte?
A
Q=cmΔT=3,95045
B
Q=cmΔT=3,95095

Slide 21 - Quiz

De hoeveelheid warmte die nodig is om 1 g van een stof 1 °C in temperatuur te laten stijgen, wordt de .................................... genoemd.
A
warmte
B
soortelijke warmte
C
specifieke warmte
D
soortelijke temperatuur

Slide 22 - Quiz

De spaarlamp zet 100 J
elektrische energie om.
Bereken de nuttige
omgezette E .
A
100 W
B
100 J
C
25 J
D
75 J

Slide 23 - Quiz

Een mixer van 175 W zet elke seconde 175 J elektrische energie om.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Een mixer van zet elke seconde 175 J elektrische energie om. De mixer produceert elke seconde 120 J aan warmte.
Hoeveel joule aan bewegingsenergie (nuttige) komt er elke seconde vrij?
A
175 J
B
120 J
C
55 J
D
295 J

Slide 25 - Quiz

Een mixer zet 175 J elektrische energie om. De mixer produceert 55 J aan bewegingsenergie (nuttige). Bereken het rendement van de mixer.
A
3, 8 %
B
31,4 %
C
0,314
D
120 %

Slide 26 - Quiz

Instructie 
Gan naar MAGISTER
ELO
Bronnen = BOEK NOVA 3H  HS 3 
Leer de flitskaarten
Oefen per paragraaf met de trainer 

Slide 27 - Slide

Praktische vaardigheden
OPDRACHT samen met IVC:
Proef : Soortelijke warmte van water 
Doel: Je bepaalt de soortelijke warmte van water


    

Slide 28 - Slide

Soortelijke warmte van water 
Nodig:    
  1. 100 g water 
  2. calorimeter en dompelaar  
  3. thermometer
  4. stopwatch

Slide 29 - Slide

Proef : Smelt- en stoldiagrammen maken
  • De opstelling is in de  figuur getekend.
  • Doe paar klontjes ijs in het bekerglas.
  • Lees om 1 minuut de temperatuur op de thermometer af.



De opstelling

Slide 30 - Slide

Opdracht
Noteer:
  • het vermogen van de dompelaar
  • de begintemperatuur van water
  • de benodigde tijd
Bereken met de formule E = P · t hoeveel warmte de dompelaar heeft afgegeven.

Slide 31 - Slide

Uitwerking
Bereken met de formule E = P · t hoeveel warmte de dompelaar heeft afgegeven.


Bereken de soortelijke warmte c van water met de formule
 Q = c · m · ΔT.
Qafgegeven=Qopgenomen

Slide 32 - Slide

Conclusie & Discussie
  • Vergelijk de uitkomst met de waarde die in het boek staat vermeld.
  • Hoe groot is het verschil?
  • Verklaar het verschil?

Slide 33 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 34 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 35 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 37 - Open question