‘De sapiente', inquit, 'videbimus: mihi et tibi, qui adhuc a sapiente longe absumus, non est committendum, ut incidamus in rem commotam, inpotentem, alteri emancipatam, vilem sibi.
‘Over de wijze’, zei hij, ’zullen we later zien: ik en jij, die nog ver van een wijze verwijderd zijn, moeten het er niet op laten aankomen dat wij terechtkomen in een emotionele, onbeheersbare situatie waarin men geheel aan een ander is overgeleverd, waarin men in zijn eigen ogen verachtelijk is. -
mihi et tibi ... non est committendum: lett. "het moet door mij en door jou niet begaan worden" --> "ik en jij moeten get er niet op laten aankomen" --> Wat voor dativus zijn
mihi en
tibi dan?
- absumus: Welke persoon en waarom?
- ut t/m sibi: Welk stijlfiguur zie je hier?