This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Apen
Slide 1 - Slide
Wat weten jullie al over apen?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Apen leven voornamelijk in warmere streken, die veelal begroeid zijn met bomen. In de tropische regenwouden komen de meeste soorten voor. De meeste apen zijn dan ook goede klimmers, die een groot gedeelte van de dag in bomen doorbrengen.
Slechts enkele soorten wagen zich op de open vlakte of in rotsachtige streken of leven in koudere streken (bijvoorbeeld de Japanse makaak die in Japan tot boven de sneeuwgrens kan worden aangetroffen, of de stompneusapen uit de Himalaya).
Slide 4 - Slide
De Makaak
Slide 5 - Slide
Apen zijn over het algemeen herbivoren, die voornamelijk van vruchten, noten, bladeren, stengels en boomsappen leven. Sommige soorten eten ook dierlijk materiaal, als insecten en vogeleieren.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Apen zijn over het algemeen middelgrote boombewonende dieren. Bij veel soorten is de staart langer dan de rest van het lichaam. Bij mensapen ontbreekt de staart geheel. De benen zijn langer dan de armen, maar niet bij gibbons. Apen hebben relatief grote hersenen en een grote, bolvormige hersenkas, waarmee ze zich onderscheiden van de halfapen.
Veel soorten worden als vrij intelligent beschouwd: ze zijn vindingrijk, speels en passen zich gemakkelijk aan veranderende omstandigheden aan. Ook zijn apen meer op hun zicht aangewezen dan de halfapen, die een beter ontwikkeld gehoor en reukzin hebben. De ogen staan recht naar voren gericht