Chemie overal klas 3 hfst 5 en 6

Chemie overal klas 3 hfst 5 en 6
herhaling van veel zaken die je zou moeten kenne
maak een korte aantekening voor je zelf als je iets fout had.
daar ga je dan thuis mee aan de slag
1 / 45
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Chemie overal klas 3 hfst 5 en 6
herhaling van veel zaken die je zou moeten kenne
maak een korte aantekening voor je zelf als je iets fout had.
daar ga je dan thuis mee aan de slag

Slide 1 - Slide

Het oplossen van water in zout is een voorbeeld van
A
mengen
B
reageren

Slide 2 - Quiz

Oplossingen:
A
Mengen goed --> helder
B
Mengen niet --> troebel
C
Mengen niet --> scheiding

Slide 3 - Quiz

Suspensies:
A
Mengen goed --> helder
B
Mengen niet --> troebel
C
Mengen niet --> scheiding

Slide 4 - Quiz

Emulsies:
A
Mengen goed --> helder
B
Mengen niet --> troebel
C
Mengen niet --> scheiding

Slide 5 - Quiz

In afbeelding 1 zie je een proces volgens het deeltjesmodel. Sophie zegt dat dit een voorbeeld is van mengen. Klopt dat?
A
Ja, je mengt moleculen van verschillende soorten door elkaar tot één mengsel.
B
Nee, er vindt een reactie plaats.
C
Nee, je maakt van een mengsel twee zuivere stoffen, het is dus een scheiding.

Slide 6 - Quiz

Propaan en zuurstof reageren samen tot waterdamp en koolstofdioxide. Wat is de molecuulformule van propaan?
A
C3H8
B
O2
C
H2O
D
CO2

Slide 7 - Quiz

Een suspensie zoals sinaasappelsap is een voorbeeld van een ...
A
homogeen mengsel
B
heterogeen mengsel

Slide 8 - Quiz

Een stof die heftig reageer met metalen noemen we ...
A
Halogeen
B
Edelgas

Slide 9 - Quiz

'Bij thermolyse gaat de stof die verhit wordt reageren met zuurstof'. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Sommige metalen kunnen zeer heftig met water reageren. hoe noem je dit metaal
A
edelmetaal
B
zeer onedel metaal
C
onedel metaal
D
metaal

Slide 11 - Quiz

Stoffen met een kookpunt zijn
A
zuivere stoffen
B
mengels

Slide 12 - Quiz

Zeep zorgt ervoor dat vet met water kan mengen, zeep is dus een....
A
ionenwisselaar
B
Emulgator
C
Ontharder
D
Ontvetter

Slide 13 - Quiz

Stikstof en waterstof reageren in de massaverhouding 28:6. Welke van de volgende massaverhouding is onjuist?
A
28 gram stikstof : 6 gram waterstof
B
28 moleculen stikstof : 6 moleculen waterstof
C
28 kilogram stikstof : 6 kilogram waterstof
D
112 gram stikstof : 24 gram waterstof

Slide 14 - Quiz

IJzer kan reageren met zuurstof (= roesten). Bij deze reactie ontstaat ijzeroxide.
Schrijf het reactieschema op van deze reactie
A
ijzer + zuurstof = ijzeroxide
B
ijzer + zuurstof + ijzeroxide
C
ijzer + zuurstof --> ijzeroxide
D
ijzer-> zuurstof -> ijzeroxide

Slide 15 - Quiz

Suiker en water kunnen goed mengen. Het suiker verdwijnt in het water. Je spreekt dan van een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
schuim

Slide 16 - Quiz

Welk soort proces is elektrolyse?
A
Mengen
B
Ontleden
C
Scheiden
D
Verbranden

Slide 17 - Quiz

Wat betekent
dit pictogram
A
Giftig
B
Niet mengen
C
Corrosief
D
Irriterend

Slide 18 - Quiz

twee vloeistoffen die niet mengen noem je een
A
oplossing
B
emulsie
C
suspensie

Slide 19 - Quiz

Edele metalen
(zeer) onedele metalen

Reageren niet met andere stoffen
IJzer, aluminium en natrium. 
Goud, zilver en platina
Komen als zuivere stoffen in de natuur voor
Reageren wel met andere stoffen. 
Komen als verbindingen in de natuur voor. 

Slide 20 - Drag question

Stel: je laat 10 gram kwik reageren met 2 gram zuurstof. Welke stof is in overmaat?
 2 Hg (s) +  O2 (g) → 2 HgO (s)
 200,6 u  +   32 u   →  433,2 u
u
gram
O2
32
? = 1,6
Hg
200,6
10
In overmaat is dus:
Kwik
Zuurstof

Slide 21 - Drag question

Reageren niet met omgevingsstoffen
Reageren moeizaam met omgevingsstoffen
Reageert heftig met omgevingsstoffen
Reageren goed met omgevingsstoffen
Zeer onedele metalen
Edele metalen
Halfedele metalen
Onedele metalen

Slide 22 - Drag question

Oefening: scheiden of reageren?
Sleep elke omschrijving (rondje) naar het juiste vak.
timer
5:00
Scheiding
Reactie
Bij het zetten van koffie wordt onder hoge druk, heet water door een filter met koffiebonen geperst.
Op de zoutvelden in Marokko wordt zeezout uit zeewater gewonnen
Het bloedplasma (geel) van een patiënt wordt uit het bloed gehaald voor onderzoek.
De bijen van meneer Hak maken lekkere honing.
De patat wordt 4 minuten gebakken op 180 graden Celsius.
Je voegt een bruistablet toe aan water

Slide 23 - Drag question


Aardolie:

Kerosine wordt uit ruwe aardolie gehaald.
T1: Wat is het kooktraject van de kerosinefractie volgens Binas vmbo-kgt?

A
70 °C - 90 °C
B
90 °C - 140 °C
C
140 °C - 150 °C
D
150 °C - 300 °C

Slide 24 - Quiz

De homologe reeks van de alkanen heeft als algemene formule
A
CnH2n+1
B
C2nHn
C
CnH2n+2
D
CnH2n

Slide 25 - Quiz

propaan
A
CH4
B
C2H6
C
C3H8
D
C4H10

Slide 26 - Quiz

Hoe heet de faseovergang van
Hexaan(s) --> Hexaan (g)
A
verdampen
B
rijpen
C
smelten
D
sublimeren

Slide 27 - Quiz

Destillatie aardolie = ...
A
Batch
B
Semi Continue
C
Continue

Slide 28 - Quiz

Een fractie die bij de destillatie van aardolie ontstaat, is:
A
een mengsel met een kookpunt.
B
een mengsel met een kooktraject.
C
een zuivere stof met een kookpunt.
D
een zuivere stof met een kooktraject.

Slide 29 - Quiz

Bitumen ontstaat als residu bij de destillatie van aardolie. Door welke stofeigenschap van bitumen kan het bitumen worden afgescheiden van de overige aardolie?
A
Bitumen heeft een lager kooktraject dan de overige aardolie.
B
Bitumen heeft een hoger kooktraject dan de overige aardolie.
C
Bitumen heeft een slechte oplosbaarheid in de overige aardolie.
D
Bitumen heeft een goede oplosbaarheid in de overige aardolie.

Slide 30 - Quiz

Wat is de formule van hexaan?
A
C5H10
B
C5H12
C
C6H12
D
C6H14

Slide 31 - Quiz

Wat is de formule van propaan?
A
CH4
B
C3H8
C
C4H10
D
C5H12

Slide 32 - Quiz

Een mengsel van koolstofmono-oxide en waterstof ontstaat door methaan te laten reageren met waterdamp.
Voor
Na
methaan
waterdamp
waterstof
koolstof-mono-oxide

Slide 33 - Drag question

Snap ik
Snap ik nog niet
Je kan uitleggen waarom stoffen in een vaste massaverhouding met elkaar reageren


Je kan met een gegeven massaverhouding berekeningen aan reacties uitvoeren
Je kan de wet van behoud van massa toepassen bij berekeningen

Slide 34 - Drag question

Sleep naar: Waarnemen of Reageren?
Waarnemen
Reageren
Je ziet een auto op je afkomen.

Je voelt dat  het buiten warm is.
Je springt opzij.
Je doet je jas uit.

Slide 35 - Drag question

Koolwaterstof
Géén koolwaterstof

Slide 36 - Drag question

Waarom blijft recycling een uitdaging?
Nieuw plastic
is goedkoper
Saai werk
Sorteren is ingewikkeld
Plastic is vaak 
al kapot
Er zijn te veel verschillende 
soorten plastic
Te duur

Slide 37 - Drag question

Koper       
 
Waterstof
Koolstof
Ijzer
Lood
Goud
Aluminium
Cu

H
C
Fe
Pb
Au
Al

Slide 38 - Drag question

Mg
F
Na
N
S
He
Ca
Magnesium
Natrium
Zwavel
Calcium
Fluor
Stikstof
Heium

Slide 39 - Drag question

Bezinken
Destilleren
Indampen
Filtreren

Slide 40 - Drag question

Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Stel het reactieschema op voor de volledige verbranding van butaan.
+
+
butaan
zuurstof
koolstofdioxide
koolstofmono-oxide
water
stikstof
aardolie
stikstofdioxide
methaan

Slide 41 - Drag question

Welke van de volgende stoffen ontstaan in ieder geval bij de verbranding van zwavelhoudende aardolie?
Sleep de juiste stoffen naar het doel.

koolstofdioxide
waterdamp
zwaveloxiden
koolstofmonoxide
roet

Slide 42 - Drag question

Brandstof
brandbare stof
kerosine
wasbenzine
hout
buta(gas)
biodiesel
papier
kaarsvet

Slide 43 - Drag question

Zet de volgende stoffen op volgorde van molecuulgrootte.
Zie ook figuur 9.13 op blz. 46 van je boek.
kleine 
moleculen
grote
moleculen
Aardolie (ruw)
Kerosine
Kunststoffen (plastics)
Aardgas
Benzine
DieselS
Stookolie
Nafta
Smeerolie

Slide 44 - Drag question


Aardolie:

T1: Aardolie is een fossiele brandstof. Wat zijn nog meer fossiele brandstoffen?
A
Steenkool & LPG
B
Stookolie & LPG
C
Aardgas & Stookolie
D
Steenkool & Aardgas

Slide 45 - Quiz