Herhalen 4.1-4.3 3H

Wat gaan we doen
  • Herhalen 4.1-4.3
  • Aan het werk
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen
  • Herhalen 4.1-4.3
  • Aan het werk

Slide 1 - Slide

Doelen §4.1 
  • Rekenen met massaverhoudingen
  • Weten wat overmaat is


Slide 2 - Slide

§4.1 
Massaverhouding= stoffen reageren in vaste verhoudingen met elkaar. 

Waterstof zuurstof is 
1:8 
dus 1 gram waterstof reageert met 8 gram zuurstof 

Slide 3 - Slide

§4.1 
Overmaat = als je te veel van een stof hebt. Dit blijft dus over na de reactie. 

Reactie stopt als 1 van de beginstoffen op is. 

Slide 4 - Slide

Stappen rekenen
1. Opschrijven reactieschema/vergelijking 
2. Massaverhouding
3. Aantal grammen van de stoffen
4. Rekenen met kruistabellen 
5. Checken of je antwoord hebt gegeven op de vraag 

Slide 5 - Slide

Bereken hoeveel gram zuurstof nodig is voor de volledige verbranding van 10 gram propaan (C3H8). De verhouding propaan : zuurstof is 44,094 : 160.

Slide 6 - Slide

1) Propaan + Zuurstof --> Koolstofdioxide + Water
 2) 44,094       160
3) 10 gram 

4) 10x 160/44,094= 36,29 gram zuurstof 
Bereken hoeveel gram zuurstof nodig is voor de volledige verbranding van 10 gram propaan (C3H8). De verhouding propaan : zuurstof is 44,094 : 160.

Slide 7 - Slide

Doelen §4.2
  • Weten wat de atoommassa is
  • Molecuulmassa kunnen uitrekenen
  • Rekenen met massapercentge

Slide 8 - Slide

§4.2
Molecuulmassa = massa van de atomen uit een molecuul bij elkaar optellen 

Slide 9 - Slide

§4.2
Mag ook met                       %
geheeldeel100

Slide 10 - Slide

Doelen §4.3
  • Massaverhouding afleiden uit reactievergelijking
  • Berekenen  van massa van stoffen bij een reactievergelijking

Slide 11 - Slide

§4.3
Massaverhouding bepalen 

Slide 12 - Slide

herhaling H2
Reactieschema was in woorden
Waterstof (g) + zuurstof (g) --> Water (l)
Reactievergelijking in afkortingen 

2H2(g)+O2(g)2H2O(l)

Slide 13 - Slide

Goede opdrachen
4.1=  2, 3, 4, 5
4.2=  15 (basiskennis), 16, 18
4.3= 27acde, 28, 29 (goede oefening maar zoals c wordt gevraagd krijg je niet op de toets) 

Toetsvoorbereiding= 2, 3ab, 4abcd

Slide 14 - Slide