Deze paragraaf vormt de SO stof. (incl. voorkennis)
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 3.2
Je kunt in eigen woorden uitleggen waaraan je een chemische reactie kunt herkennen
Je kunt een reactieschema opstellen vanuit een tekst
Je kunt dit reactieschema omzetten in een kloppende reactievergelijking
Slide 3 - Slide
Chemische reactie
Waaraan zie je dat dit chemische reacties zijn?
Slide 4 - Slide
Chemische reactie
Waaraan zie je dat dit chemische reacties zijn?
chemische reactie: een chemische reactie herken je aan een verandering in stofeigenschappen. Bij een chemische reactie verdwijnen beginstoffenen ontstaan nieuwe reactieproducten.
Je maakt dus nieuwe stoffen (moleculen) aan...
Slide 5 - Slide
Allerlei chemische reacties...
Slide 6 - Slide
Allerlei chemische reacties...
toch..?
Slide 7 - Slide
Allerlei chemische reacties...
toch..?
Slide 8 - Slide
Chemische reactie - oefening
Is het denk je een chemische reactie, of niet?
Opdracht: Zeg bij elk van de reacties (A t/m E): ja of nee?
A. Een blok natrium in water gooien ja/nee
B. Melk die over de datum gaat ja/nee
C. Het knippen van een vel papier ja/nee
D. Verbranden van een blok hout ja/nee
E. Een pannetje met water koken ja/nee
timer
2:00
Slide 9 - Slide
Fases
Een faseverandering is geen chemische reactie.
Stoffen kunnen ook reageren als ze opgelost
zijn in water.
notatie van een suiker oplossing: suiker (aq)
Nieuw symbool:(aq): opgelost (in water)
Deze kende je ook al: vast (s) vloeibaar (l) gas (g)
Slide 10 - Slide
Reactieschema
Je kunt ook zo'n weergave maken van een chemische reactie.
Dat is een reactieschema.
reactieschema:weergave van een chemische reactie. Voor de pijl staan de beginstoffen, ná de pijl staan de reactieproducten
Voorbeeld, het maken van keukenzout (natriumchloride) gaat zo:
Slide 11 - Slide
Reactieschema oefening
Wanneer je waterstofgas laat reageren met zuurstof, ontstaat er waterdamp.
Opdracht: Stel het reactieschema op van deze chemische reactie.
Geef de fase aanduidingen ook.
timer
5:00
Slide 12 - Slide
Reactievergelijking
Het reactieschema wordt nauwelijks gebruikt.
In de scheikunde wordt er gewerkt met reactievergelijkingen
Hierin zijn de stofnamen vervangen door de formules van de stoffen.
reactievergelijking:reactieschema waar formules in staan
Slide 13 - Slide
Kloppend maken
We hebben nu deze vergelijking staan:
Deze vergelijking "klopt niet". Waarom niet?
Slide 14 - Slide
Kloppend maken
Regels voor kloppend maken:
1. Je moet hetzelfde aantal atomen hebben van elke atoomsoort, voor en na de reactie.
2. Je mag alleen de coëfficiënten aanpassen (getallen voor de moleculen).
3. Coëfficiënten zijn altijd een geheel getal, en zo klein mogelijk.
H2+O2→H2O
Slide 15 - Slide
Wet van behoud van massa
In de kloppende vergelijking staan van elke atoomsoort, evenveel atomen
aan de linkerkant als de rechterkant.
wet van behoud van massa: de totale massa van alle
beginstoffen is gelijk aan die van de reactieproducten. Deze wet noem je ook de Wet van Lavoisier
2H2+O2→2H2O
Slide 16 - Slide
Stappenplan
1. Haal de beginstoffen en de reactieproducten uit de tekst
2. Stel de reactievergelijking op, door de namen om te zetten in formules
3. Maak de vergelijking kloppend, door de coëfficiënten aan te passen.
4. Schrijf de fase aanduidingen erbij (indien gevraagd)
Slide 17 - Slide
Kloppend maken oefening
Wanneer je warmte toevoegt aan keukenzout, kun je de vaste stof natrium, en chloorgas maken.
We hadden al het reactieschema:
keukenzout (s) --> natrium (s) + chloor (g)
Stel nu ook de reactievergelijking op en maak kloppend.
De formule van keukenzout is NaCl
timer
4:00
Slide 18 - Slide
Huiswerk 3.2
Hoe? Maak gebruik van je boek
Maken opgaven 7 en 8 op blz 80
Slide 19 - Slide
Leerdoelen 3.2
Je kunt in eigen woorden uitleggen waaraan je een chemische reactie kunt herkennen
Je kunt een reactieschema opstellen vanuit een tekst
Je kunt dit reactieschema omzetten in een reactievergelijking
Je kunt de reactievergelijking tenslotte kloppend maken
Slide 20 - Slide
Oefening toetsweek
Maak deze vergelijking kloppend
1. ... C + ... SO2 --> ... CS2 + ... CO
Slide 21 - Slide
Stel uit dit verhaaltje de reactie op, en maak kloppend
Je kunt de stof calciumcarbide (CaC2) maken op de volgende manier: Je laat calciumoxide (CaO) reageren met koolstof.
Hierbij ontstaat wel één bijproduct: koolstofdioxide.