11.6 cellen en chromosomen

11.6 Cellen en chromosomen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

11.6 Cellen en chromosomen

Slide 1 - Slide

Braincheck 11.4 
Wat is er blijven hangen?

Slide 2 - Slide

Welke van de vier beweringen over geslachtschromosomen is juist?
A
geslachtschromosomen komen voor in alle cellen
B
Geslachtschromosomen komen alleen voor in voortplantingscellen
C
Alle chromosomen in een voortplantingscel zijn geslachtschromosomen
D
Alle chromosomen in alle cellen van de voortplantingsorganen zijn geslachtschromosomen

Slide 3 - Quiz

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
Je ziet hier de chromosmen van een.....?
A
Gewone lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 4 - Quiz

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
Is dit karyogram van een man of vrouw?
A
man
B
vrouw

Slide 5 - Quiz

Een allel is een variant van een.......
A
fenotype
B
DNA
C
gen
D
chromosoom

Slide 6 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen 11.6 
- Je kunt uitleggen hoe door celdeling nieuwe lichaamscellen gevormd worden (mitose).
- Je kunt uitleggen hoe door celdeling geslachtscellen gevormd worden (meiose).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Mitose (gewone celdeling)
  • celdeling van gewone cellen
  • Er wordt een exacte kopie van alle chromosomen gemaakt
  • Hierbij gaat een cel zichzelf delen 

Slide 10 - Slide

Mitose

Slide 11 - Slide

Binas: Mitose

Slide 12 - Slide

Meiose (=reductiedeling)
- Celdeling om geslachtscellen te maken
- Gebeurt in de eierstokken en teelballen
- Elke geslachtscel heeft de helft van het aantal chromosomen dus 23 in totaal 

Slide 13 - Slide

Meiose (=reductiedeling)
- Celdeling om geslachtscellen te maken
- Gebeurt in de eierstokken en teelballen
- Elke geslachtscel heeft de helft van het aantal chromosomen dus 23 in totaal (haploïd)


Meiose I
Meiose II

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Meiose
Meiose 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Diploïd en Haploïd
Lichaamscellen: chromosomen 
in paren = diploïd (2n)

Geslachtcellen: 1 chromosoom van een paar = haploïd (n)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Mitose - gewone celdeling

Slide 21 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 11.6
Maken: opdracht 2, 3, 5 en 6

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (11.2 t/m 11.4 en 11.6)

timer
8:00
blz. 73 (11.6) niet leren!

Slide 22 - Slide

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken.
Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 23 - Quiz

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 24 - Quiz

Na de bevruchting vindt in de bevruchte eicel celdeling plaats. Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 25 - Quiz