In de geldeconomie --> Dalende prijzen = minder bestedingsinflatie, omdat de vraag naar goederen en diensten daalt.
Bij een extreme laagconjunctuur kan er deflatie, prijsdaling, ontstaan.
Er is minder vraag naar geld, er wordt minder geleend. De geldhoeveelheid neemt af.
De rente daalt, omdat er minder vraag naar geld is.