What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatik C Kapitel 4 Verben
Check of je de volgende werkwoorden in Präsens, Präteritum en Perfekt kent/kunt vervoegen!
Präsens = ik woon
Präteritum = ik woonde
Perfekt= ik heb gewoond
nummer 1, 2 en 5 uit je hoofd leren!
nummer 3, 4, 6 en 7 regels leren
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Check of je de volgende werkwoorden in Präsens, Präteritum en Perfekt kent/kunt vervoegen!
Präsens = ik woon
Präteritum = ik woonde
Perfekt= ik heb gewoond
nummer 1, 2 en 5 uit je hoofd leren!
nummer 3, 4, 6 en 7 regels leren
Slide 1 - Slide
Wanneer is een werkwoord zwak?
Slide 2 - Open question
Wat is het kernmerk van het voltooid deelwoord bij sterke werkwoorden?
Slide 3 - Open question
Lijst met sterke werkwoorden(blz 380-382) uit het hoofd leren!
schrijven
flitskaarten
Slide 4 - Slide
A-Umlaut
e/i-Wechsel
Sterke werkwoorden met een
a
in de stam krijgen in de tegenwoordige tijd bij
du
en
er-sie-es-man
een Umlaut op de
a
. ( laufen,saufen,stoßen)
Sterke werkwoorden met een
e
in de stam krijgen in de tegenwoordige tijd bij
du
en
er-sie-es-man
een
e/i
-Wechsel.
Slide 5 - Slide
A-Umlaut
fahren
ich fahre
du
fährst
er/sie/es/man
fährt
wir fahren
ihr fahrt
sie/Sie fahren
laufen
ich laufe
du
läufst
er/sie/es/man
läuft
wir laufen
ihr lauft
sie/Sie laufen
raten - stam d/t vorm met Umlaut
geen extra e
ich rate
du
rätst
er/sie/es/man
rät
wir raten
ihr ratet
sie/Sie raten
Slide 6 - Slide
e/i - Wechsel
helfen -
korte
e
wordt
i
ich helfe
du
hilfst
er/sie/es/man
hilft
wir helfen
ihr helft
sie/Sie helfen
sehen -
lange
e
wordt
ie
ich sehe
du
siehst
er/sie/es/man
sieht
wir sehen
ihr seht
sie/Sie sehen
sehen -
lange
e
wordt
i
: geben, treten, werden, nehmen
geen e/i-Wechsel
: stehen, verstehen, gehen, heben, genesen
Slide 7 - Slide
lange
e
wordt
i
nehmen
ich nehme
du
nimmst
er/sie/es/man
nimmt
wir nehmen
ihr nehmt
sie/Sie nehmen
treten
du trittst
er/sie/es/man tritt
werden
du wirst
er/sie/es/man wird
Slide 8 - Slide
hij loopt (laufen)
Slide 9 - Open question
jij leest (lesen)
Slide 10 - Open question
hij neemt
Slide 11 - Open question
jij staat
Slide 12 - Open question
huiswerk woensdag 14 april
maken opdrachten bij Grammatik C
11, 12, 13, 14, 15, 16, 18
Slide 13 - Slide
More lessons like this
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les 3 3havo
November 2021
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3Gym e/i wechsel a/ä wechsel
March 2023
- Lesson with
31 slides
duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden met e/i(e) Wechsel en A-Umlaut
September 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
A4_Sterke werkwoorden met e/i(e) Wechsel en A-Umlaut
January 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Sterke werkwoorden met e/i(e) Wechsel en A-Umlaut
March 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
7/11/2023/Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel_Woensdag
November 2023
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Grammatiktrainer starke Verben im Präsens
May 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2