11-2-2025

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.

Slide 1 - Slide

SERVUS WIEN!

Slide 2 - Slide

der Unterrichtsplan

- proefwerk  Kapitel 5 nieuwe datum! 
- Rückblick : schema der en ein-groep in de 1e en 4e naamval 
Lektion 5 Aufg. 8 und 9  kontrollieren
- aantekening afmaken (bezittelijk voornaamwoord)
laatste vragen van 9 maken.  
- Lektion 6 Aufg. 1, 2 und 3 machen
- Evaluation


 


Slide 3 - Slide

die Lernziele:

- je kunt in een zin het onderwerp en lijdend voorwerp bepalen.
- Je kunt in een zin de eerste en vierde naamval bepalen.

- Je kunt de uitgangen van de eerste en vierde naamval toepassen bij woorden van der -groep en ein- groep. 

Slide 4 - Slide

Niet bang zijn 
De naamvallen zijn echt niet moeilijk 

Slide 5 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgangen als de ein-groep. 

enkelvoud                    meervoud
mijn= mein-                   onze = unser-
jouw = dein-                   jullie = euer-/eure
zijn  = sein-                     hun = ihr-
haar = ihr-                       uw = Ihr- 

Ich liebe (mijn)........ Frau.
(mijn) Frau =  lijdend voorwerp = 4e naamval.  Frau = vrouwelijk
Kijk in de ein-groep, bij 4e naamval, vrouwelijk --> meine

Slide 6 - Slide


die Hausaufgaben: Lektion 5 Aufg. 8 und 9 
kontrollieren (check in duo's)
 

Slide 7 - Slide

m
v
o
mv
1e =ow
der
die
das
die
4e =lv
den
die
das
die
m
v
o
mv
1e= ow
ein
eine
ein
keine
4e = lv
einen
eine
ein
keine
Schema der-groep
Schema ein-groep

Slide 8 - Slide

Der Vater kauft ............ Tennisschläger (m).
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 9 - Quiz

Ich will ............. Fußball (m) kaufen.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 10 - Quiz

d.......... Frau liebt ein...... Mann.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 11 - Quiz

Alle bezittelijke voornaamwoorden behoren tot de ein-groep: mein, dein, sein, ihr, unser, euer, ihr, Ihr + kein = geen

Slide 12 - Slide

.......en zijn de naamvallen nu echt moeilijk ?

Slide 13 - Slide

Und jetzt an die Arbeit!
Arbeitsbuch Übung : Lektion 5 Aufg.  9 die letzten Fragen machen
- Lektion 6 Aufg. 1, 2 und 3 machen.

Viel Erfolg!!

Slide 14 - Slide

Hausaufgaben:  Lektion 5 Opg. 9 de laatste vragen maken en van Lektion 6 Opg. 1,2 en 3 maken. 

Slide 15 - Slide