3.3 neerslag

3.3 Neerslag, hier veel en daar weinig
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

3.3 Neerslag, hier veel en daar weinig

Slide 1 - Slide

Hoeveel soorten rondjes draait de aarde?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 2 - Quiz

Een rondje om de zon duurt ... en zorgt voor ...?
A
24 uur, dag en nacht
B
24 uur, seizoenen
C
1 jaar, dag en nacht
D
1 jaar, seizoenen

Slide 3 - Quiz

Een rondje om zichzelf duurt ... en zorgt voor ...?
A
24 uur, dag en nacht
B
24 uur, seizoenen
C
1 jaar, dag en nacht
D
1 jaar, seizoenen

Slide 4 - Quiz

Filmpje opdracht afmaken
Eerst een script schrijven, laten controleren.
Filmpje van ongeveer 2 minuten.
-> Op welke twee manieren draait de aarde?
-> Wat gebeurd er door deze twee draaiingen?
-> Welke stand heeft de aarde? Recht of schuin?
-> Welke volgorde van seizoenen hebben we?
25 minuten de tijd om het af te maken!!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Waterkringloop
Kleine kringloop
Grote kringloop

Slide 7 - Slide

Welke waterkringloop
wordt hier afgebeeld?
A
De korte waterkringloop
B
De lange waterkringloop

Slide 8 - Quiz

Welke waterkringloop
wordt hier afgebeeld?
A
De korte waterkringloop
B
De lange waterkringloop

Slide 9 - Quiz

Verdampen, condenseren en neerslag

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stijgingsregens
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  5. Regen valt naar beneden

Slide 12 - Slide

Stuwingsregen
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Wind neemt de waterdamp mee richting een berg
  4. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  5. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  6. De wolken stuwen tegen de berg en regendruppels vallen.

Slide 13 - Slide

Neerslag
Sneeuw
Gletsjer
Verdamping
Condensatie
Wolken
Grondwater

Slide 14 - Drag question

Water verandert in waterdamp wanneer de lucht...
A
warm is
B
koud is

Slide 15 - Quiz

Waterdamp verandert in druppeltjes (condens) wanneer de lucht...
A
koud is
B
warm is

Slide 16 - Quiz

Aan de slag 
  • Opdrachten maken §3.3
  • Zo ver als je kan komen
  • Tot 12:40 de tijd
  • Wat niet af is = huiswerk
Doelen behaald?
- Je kent het verschil tussen de korte en de lange kringloop van water en tussen stijgingsregen en stuwingsregen.
- Je begrijpt hoe regen ontstaat en hoe de waterkringloop werkt.



Slide 17 - Slide