MINK3.4 Water: te veel of te weinig

1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Vandaag
- Beetje herhaling
- Ontstaan neerslag
- Kringloop van het water
- Soorten neerslag:
      - stijgingsregens
      - stuwingsregens
      - frontale regens

Slide 3 - Slide

Herhaling.
Hoe hoger je komt, hoe

Slide 4 - Open question

Elke 1000 meter die je stijgt, daalt de temperatuur ... graden Celsius.
Welk cijfer moet er op de stippen staan?

Slide 5 - Open question

Op lagere breedtegraad wordt de temperatuur hoger of lager?

Slide 6 - Open question

In Nederland is het op het plaatje...
A
Zomer
B
Winter

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen voor vandaag
  • Je kunt uitleggen hoe de waterkringloop werkt
  • Je kunt van 3 verschillende vormen van neerslag uitleggen hoe de neerslag ontstaat

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Hoe ontstaat regen?

Slide 12 - Open question

Neerslag
  1. Wanneer water wordt verwarmd en verdampt.
  2. Warme lucht is lichter en stijgt op (met waterdamp).
  3. Hoog in de lucht kouder dus water condenseert.
  4. Vormen wolken & regen

Slide 13 - Slide

Korte waterkringloop, bekijk de
afbeelding maar eens goed.
timer
0:30

Slide 14 - Slide

Lange waterkringloop. Bekijk de kringloop goed. Welke verschillen met de korte kringloop zie je?
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Wat is het verschil tussen de korte en lange waterkringloop?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Link

Drie soorten neerslag
  1. Stijgingsregens
  2. Stuwingsregen
  3. Frontale regen
havo/vwo leerboek einde hoofdstuk 3 --> pagina 82

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Stijgingsregens
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  5. Regen valt naar beneden

Slide 20 - Slide

Stuwingsregen
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Wind neemt de waterdamp mee richting een berg
  4. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  5. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  6. De wolken stuwen tegen de berg en regendruppels vallen.

Slide 21 - Slide

Frontale regen
  1. Warme en koude lucht botsen.
  2. Koude lucht is zwaarder en dwingt de lichtere warme lucht op te stijgen.
  3. Warme lucht kan veel waterdamp bevatten.
  4. Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt: waterdamp condenseert en vormt neerslag.

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
Lezen  §3.4 (LB p.68-69)

Maak de volgende opdrachten van §3.4 in je wb (p.74-75):
1, 2, 3, 4, 7


Klaar find & fix maken

Slide 23 - Slide

Find & Fix
In elk hokje staat een zin die net niet helemaal klopt.
Zoek de fout en verbeter de zin.

Klaar? Probeer de achterkant in te vullen

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten van §3.4 in je werkboek:

1, 2, 4, 5, 7




Slide 25 - Slide