Klas 2KT3 - Lesweek 3 - Les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Achtung!

Mobieltjes en oortjes in je tas

Je zit op je eigen plaats.

Op tafel liggen je:

- Boek

- Schrift

- Etui

Afspraken 2TH1

- Elkaar respecteren (niet lachen)

- Luisteren naar elkaar.

- Dat het rustig is (in de klas).

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Afspraken 2KT4

- Aardig tegen elkaar doen (dus niet pesten, etc.)

- stil zijn als anderen praten

- plezier hebben

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik zeg wanneer je je spullen mag inpakken.

Afspraken 2KT3

- Aardig zijn voor elkaar (niet pesten, niet uitlachen).

- Luisteren naar elkaar.

- Het leuk hebben.

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Was macht ihr diese Stunde?

- Hausaufgaben kontrollieren

- Was weißt du schon?

- Lesen

- Les afsluiten 

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

- Je weet hoe goed je de Lernliste N-D en het werkwoord “sein” al kent.

- Je kunt een eenvoudige tekst over een jongen begrijpen.

Donnerstag

28. September

Toets 

Kapitel 1

Spullen niet voor elkaar?

3 x -> bericht ouders

5 x -> strafwerk

Hausaufgaben kontrollieren

Leg je schrift open op tafel. 

Ik kom langs om te kijken.

Niet af 

= na schooltijd afmaken.

Was weißt du schon? 

ik ben	wij zijn
jij bent	jullie zijn
hij / Peter is	zij / Hans und Sandra zijn
zij / Maria is	u bent
het is

Was weißt du schon? 

Boek dicht

Wat weet jij eigenlijk al

van de Lerniste N-D?

Lesen

- Lesen is belangrijk wanneer je in een vreemd land bent. Wanneer is het handig dat je Duits kunt lezen?

- Ӧffne dein Buch auf Seite 26.

- We lezen samen de Lernliste D-N C Lesen. Ik lees  voor en jullie lezen mee.

Lesen

- Ӧffne dein Buch auf Seite 16.

- Aufgabe: Das bin ich!

- We gaan samen de chat lezen

- Voordat je begint ga je eerst......

Lesen

Stel jezelf voor het lezen altijd eerst de vraag:

WAAR GAAT HET EIGENLIJK OVER?

- De titel lezen.

- Plaatjes bekijken

- Wat voor soort tekst is dit?

- Wat moet ik doen?

.

Lesen

Beantwoord vraag 8A.

Lees wat je moet doen bij 8B.

Klaar?

Lees alvast de 1e chat.

Welke woorden ken je al en welke nog niet?

Onderstreep de woorden die belangrijk zijn

Lesen

Ik lees voor.

Jij leest mee en beantwoordt tegelijkertijd vraag 8B.

Hausaufgaben 

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

- Je weet hoe goed je de Lernliste N-D en het werkwoord “sein” al kent.

- Je kunt een eenvoudige tekst over een jongen begrijpen.

Zum Schluss

Vertel aan elkaar

wat je moeilijk vindt aan Duits.

wat je leuk vindt aan Duits.