Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide




Herhaling

Slide 2 - Slide


Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 3 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
onbepaald lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord

Slide 4 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
zelfstandig naamwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord

Slide 5 - Quiz


Ik zoek de betekenis van het woord straks even op. 

A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijke naamwoord
D
Lidwoord

Slide 6 - Quiz

persoonlijk
voornaam-
woord
bezittelijk
voornaam-
woord
persoonlijk
voornaam-
woord
bezittelijk
voornaam-
woord
jouw hond 
ik ben blij
mijn opdracht
zij hebben zin in vakantie

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Die ogen van ....
A
jou
B
jouw

Slide 13 - Quiz

Dit zijn ........ oortjes.
A
jou
B
jouw

Slide 14 - Quiz

Een persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets het bezit is van iemand of iets.
A
peroonlijk
B
bezittelijk

Slide 15 - Quiz

‘Ik’ is een persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord.
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 16 - Quiz

‘Uw’ is een persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord.
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 17 - Quiz

Ik stuur hen / hun een kaartje.
Welke is juist?
A
hen
B
hun

Slide 18 - Quiz

Ik heb hen / hun uitgenodigd voor mijn verjaardag.
Welke is juist?
A
hen
B
hun

Slide 19 - Quiz

Hij heeft haar fiets geleend.
Hij is een:

A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 20 - Quiz

Hij heeft haar fiets geleend.
Haar is een:

A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 21 - Quiz

Ik weet het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

This varkentje
‘There was this varkentje from Holland,
and this varkentje had a dream.
He wanted to be a turnkampioen,
but zijn voetbalvarkentjesteam
said: What? That is for whatjes!
You slingert alleen maar wat rond,
and then do you zeker een badpakje aan
and then everyone kijkt naar je kont.””

ze lachten long en breed.
But people,
ze knorden wel different
toen varken zijn oefening deed.
Want hij won dus a golden medaille.
Zijn dream came hartstikke true.
So I say to you: Beste children,
if varken het kan,
why not you?
I say: Blijf in jezelf believen.
I say: The world will giggle misschien,
but I say: Just follow the varkentje,
let the world your kontje maar zien.
Let varkentje be your voorbeeld!
Let varkentje be your man!
Oh, I say to you,
heel mijn biggetjesland:
You
oinksolutely
can!’
Edward van de Vendel. Uit: Ik juich voor jou. 

Slide 23 - Slide

This varkentje
“Ha ha ha ha ha ha ha,”
ze lachten long en breed.
But people,
ze knorden wel different
toen varken zijn oefening deed.
Want hij won dus a golden medaille.
Zijn dream came hartstikke true.

if varken het kan,
why not you?
I say: Blijf in jezelf believen.
I say: The world will giggle misschien,
but I say: Just follow the varkentje,
let the world your kontje maar zien.
Let varkentje be your voorbeeld!
Let varkentje be your man!
Oh, I say to you,
heel mijn biggetjesland:
You
oinksolutely
can!’
Edward van de Vendel. Uit: Ik juich voor jou. 

Slide 24 - Slide

This varkentje
So I say to you: Beste children,
if varken het kan,
why not you?
I say: Blijf in jezelf believen.
I say: The world will giggle misschien,
but I say: Just follow the varkentje,
let the world your kontje maar zien.
Let varkentje be your voorbeeld!
Let varkentje be your man!

Oh, I say to you,
heel mijn biggetjesland:
You
oinksolutely
can!’
Edward van de Vendel. Uit: Ik juich voor jou. 

Slide 25 - Slide

This varkentje
Oh, I say to you,
heel mijn biggetjesland:
You 
oinksolutely 
can!’

Edward van de Vendel. Uit: Ik juich voor jou. 


can!’
Edward van de Vendel. Uit: Ik juich voor jou. 

Slide 26 - Slide