Escribe 10 oraciones sobre la familia en un papel y lo entregas a la profesora. (gebruik de werkwoorden SER en TENER)
Schrijf 10 zinnen over je familie, lever het in bij mij en bij de volgende dia schrijf je één van de zinnetjes.
Voordat je op inleveren click, check of je alle woordjes goed hebt geschreven. Check met de woordenlijst.
Is het werkwoord goed vervoegd?