Les 7 U3

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Programme d'aujourd'hui
Apprendre 1 2 et 4
Le verbe écrire


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vocabulaire & grammaire
Student login.
Room DEKE2023

Slide 4 - Slide

Vocabulaire & grammaire
Oefening "ecrire"

Kies: present, passé composé, futur, imparfait.

Kolom: verbes irréguliers:
               écrire

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

à faire.....

Continue à faire ou corriger:
exercices 8a-8d
9-10-11-12

Slide 8 - Slide

L'impératif
Gebruikte vormen:
werkwoordsvorm bij "je"   (naar 1 persoon die je kent)
werkwoordsvorm bij "nous"  (je doet zelf mee)
werkwoordsvorm bij "vous"  (naar ouder iemand, of
                                                       aan een groep)

Slide 9 - Slide

L'impératif
Exercice en ligne

Un jeu en salle de classe

Slide 10 - Slide

Het vervangen van het lijdend voorwerp.
Het vervangen van het meewerkend voorwerp.

Slide 11 - Slide

Spelregels
Het lijdend voorwerp wordt dus vervangen door: le, la, l' of les.
De plaats van le, la, l' of les is voor de persoonsvorm.

Het meewerkend voorwerp wordt vervangen door lui of leur.
De plaats van lui of leur is voor de persoonsvorm.

Staat er een heel werkwoord (infinitief) in de zin?
Dan komen de vervangingen voor het inifinitief te staan.

Slide 12 - Slide

Vocabulaire

Slide 13 - Slide

à faire.....
Lees goed de uitleg op page 113.
Maak 16a en 16b.

Slide 14 - Slide

C'est la fin

Slide 15 - Slide